21
Registratie van de bewakingsgedeelten
De inhoud en functies van de tabel met de registraties van de bewerkingen zijn
afhankelijk van de cursorpositie in het NC-programma.
Verdere informatie: "Kolom Bewakingsopties", Pagina 1283
De tabel bevat de volgende informatie over het bewakingsgedeelte:
Kolom
Refer.
Datum
1286
Informatie of actie
Wanneer u het selectievakje voor een tabelregel activeert, gebruikt de besturing
deze registratie als referentie voor de desbetreffende bewakingstaken.
Wanneer u meerdere tabelregels activeert, gebruikt de besturing alle gemar-
keerde regels als referenties. Als u meerdere referenties met een grotere afwij-
king kiest, wordt de tunnelbreedte ook groter. U kunt maximaal tien referenties
tegelijk kiezen.
De werking van de referentie is afhankelijk van de positie van de cursor in het
NC-programma:
Binnen het bewakingsgedeelte:
De referentie geldt alleen voor het actuele geselecteerde bewakings-
gedeelte.
De besturing toont in het globale gedeelte in deze tabelregel ter informatie
een streepje. Wanneer een tabelregel in alle strategiegebieden of in het
globale gedeelte als referentie is gemarkeerd, toont de besturing een vinkje.
Globaal gedeelte:
De referentie geldt voor alle bewakingsgedeelten van het NC-programma.
Markeer registraties als referentie die een bevredigend resultaat hebben
opgeleverd, bijvoorbeeld een schoon oppervlak.
U kunt alleen een volledig verwerkte registratie als referentie selecteren.
Wanneer u een registratie selecteert, laat de besturing de voor de registratie
geselecteerde referenties in deze kolom gekleurd oplichten.
De besturing toont de datum en tijd van het starten van het programma resp.
het starttijdstip van het bewakingsgedeelte van elke geregistreerde bewerking.
Wanneer u de kolom Datum selecteert, sorteert de besturing de tabel op basis
van de datum.
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
Bewaking | Procesbewaking (optie #168)