Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC7 Gebruikershandboek pagina 1458

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC7:

Advertenties

24
SQL EXECUTE met de SQL-instructie SELECT
De SQL-server slaat de gegevens regel voor regel op in de result-set (resultaatset).
De regels worden vanaf 0 doorlopend genummerd. Dit regelnummer (van de INDEX)
gebruiken de SQL-commando's FETCH en UPDATE.
SQL EXECUTE in combinatie met de SQL-instructie SELECT selecteert tabelwaarden
en zet deze om naar de result-set en opent daarbij altijd een transactie. In
tegenstelling tot het SQL-commando SQL SELECT kunt u met de combinatie van
SQL EXECUTE en de instructie SELECT gelijktijdig meerdere kolommen en regels
selecteren.
Bij de functie SQL ... „SELECT...WHERE..." geeft u de zoekcriteria op. Daarmee kan
het aantal over te zetten regels worden beperkt indien noodzakelijk. Wanneer u deze
optie niet gebruikt, worden alle regels van de tabel geladen.
Bij de functie SQL ... "SELECT...ORDER BY..." geeft u het sorteercriterium op De
opgave bestaat uit de kolomaanduiding en het sleutelwoord ASC voor oplopend of
DESC aflopend sorteren. Wanneer u deze optie niet gebruikt, worden de regels in een
willekeurige volgorde opgeslagen.
Met de functie SQL ... "SELECT...FOR UPDATE" blokkeert u de geselecteerde
regels voor andere toepassingen. In andere applicaties kunnen deze regels nog
steeds worden gelezen, maar niet worden gewijzigd. Wanneer u wijzigingen in de
tabelgegevens wilt doorvoeren, gebruikt u absoluut deze optie.
Lege result-set: als er geen regels zijn die aan het zoekcriterium voldoen, levert de
SQL-server een geldige HANDLE zonder tabelgegevens.
Voorwaarden van de WHERE-opgave
Voorwaarde
gelijk aan
ongelijk aan
kleiner dan
kleiner dan of gelijk aan
groter dan
groter dan of gelijk aan
leeg
niet leeg
Meerdere voorwaarden koppelen:
Logische EN
Logische OF
Instructies
U kunt ook synoniemen definiëren voor nog niet-gegenereerde tabellen.
De volgorde van de kolommen in het gegenereerde bestand komt overeen met de
volgorde binnen de AS SELECT -instructie.
U kunt voor de opdrachten binnen het SQL-commando ook eenvoudige of
samengestelde QS-parameters gebruiken.
Verdere informatie: "Alfanumerieke waarden koppelen", Pagina 1437
Wanneer u de inhoud van een QS-parameter in de extra statusweergave (tab
QPARA controleert, ziet u uitsluitend de eerste 30 tekens en dus niet de volledige
inhoud.
Verdere informatie: "Tabblad QPARA", Pagina 185
1458
Variabelen Programmering | Tabeltoegang met SQL-opdrachten
Programmering
= ==
!= <>
<
<=
>
>=
IS NULL
IS NOT NULL
AND
OR
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022

Advertenties

loading