22
Cyclusverloop
Y (Z)
1 De besturing positioneert het gereedschap boven het startpunt van de bewerking.
De besturing berekent het startpunt uit de breedte van de dam en de diameter
van het gereedschap. Het startpunt ligt op een afstand van de halve breedte van
de dam plus de diameter van het gereedschap versprongen naast het eerste in
het contour-subprogramma gedefinieerde punt. De radiuscorrectie bepaalt of
links (1, RL=meelopend) of rechts van de dam (2, RR=tegenlopend) wordt gestart
2 Nadat de besturing op de eerste diepte-instelling heeft gepositioneerd, benadert
het gereedschap op een cirkelboog met freesaanzet Q12 tangentieel de wand
van de dam. Eventueel wordt er rekening gehouden met de overmaat voor kant-
nabewerking
3 Bij de eerste diepte-instelling freest het gereedschap met freesaanzet Q12 langs
de damwand totdat de dam volledig is aangebracht
4 Daarna verplaatst het gereedschap zich tangentieel van de wand van de dam af,
terug naar het startpunt van de bewerking
5 De stappen 2 t/m 4 worden herhaald totdat de geprogrammeerde freesdiepte Q1
is bereikt
6 Ten slotte verplaatst het gereedschap zich in de gereedschapsas terug naar
veilige hoogte
1304
Meerassige bewerking | Cycli voor de bewerking van de cilindermantel
De cilinder moet in het midden van de rondtafel opgespannen zijn. Stel
het referentiepunt in op het middelpunt van de rondtafel.
X (C)
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022