16
Voorbeeld
Dit voorbeeld toont het verschil tussen een verplaatsing met en zonder M91. Het
voorbeeld toont het gedrag met een Y-as als spieas, die zich niet loodrecht ten
opzichte van het ZX-vlak bevindt.
Verplaatsing zonder M91
11 L IY+10
U programmeert in het cartesiaanse invoercoördinatensysteem I-CS. De modi ACT
en NOM van de digitale uitlezing tonen slechts één beweging van de Y-as in I-CS.
De besturing bepaalt op basis van de gedefinieerde waarden de benodigde
verplaatsingen van de machine-assen. Omdat de machine-assen niet loodrecht ten
opzichte van elkaar zijn geplaatst, verplaatst de besturing de assen Y en Z.
Omdat het machinecoördinatensysteem M-CS de machineassen weergeeft, tonen de
modi REFACT en RFNOM de positieweergave bewegingen van de Y-as en de Z-as in
M-CS.
Verplaatsing met M91
11 L IY+10 M91
De besturing verplaatst de machine-as Y met 10 mm. De modi REFACT en RFNOM in
de digitale uitlezing tonen slechts één beweging van de Y-as in M-CS.
De I-CS is in tegenstelling tot de M-CS een cartesiaans coördinatensysteem, de
assen van de beide referentiesystemen komen niet overeen. De modi ACT en NOM in
de digitale uitlezing tonen bewegingen van de Y-as en Z-as in de I-CS.
16.1.4
Basiscoördinatensysteem B-CS
Toepassing
In het basiscoördinatensysteem B-CS definieert u de positie en oriëntatie van het
werkstuk. U bepaalt de waarden bijvoorbeeld met behulp van een 3D-tastsysteem.
De besturing slaat de waarden in de referentiepunttabel op.
Functiebeschrijving
Eigenschappen van het basiscoördinatensysteem B-CS
Het basiscoördinatensysteem B-CS is een driedimensionaal cartesiaans
coördinatensysteem waarvan de coördinatenoorsprong het einde van de
kinematicabeschrijving is.
De machinefabrikant definieert de oorsprong van de coördinaat en de oriëntatie van
B-CS.
1036
Coördinaattransformatie | Referentiesystemen
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022