Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC7 Gebruikershandboek pagina 696

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC7:

Advertenties

15
15.3.38 Cyclus 273 OCM NABEW. ZIJKANT (optie #167)
ISO-programmering
G273
Toepassing
Met cyclus 273 OCM NABEW. ZIJKANT wordt de in cyclus 271 geprogrammeerde
overmaat diepte nabewerkt.
Voorwaarden
Vóór de oproep van cyclus 273 moet u nog meer cycli programmeren:
CONTOUR DEF / SEL CONTOUR, alternatief cyclus 14 CONTOUR
Cyclus 271 OCM CONTOURGEGEVENS
evt. cyclus 272 OCM VOORBEWERKEN
Cyclusverloop
1 Het gereedschap verplaatst zich met positioneerlogica naar het startpunt
Verdere informatie: "Positioneerlogica OCM-cycli", Pagina 678
2 Daarna volgt een verplaatsing in de gereedschapsas met de aanzet Q385
3 De besturing verplaatst het gereedschap voorzichtig (verticale tangentiële cirkel)
naar het te bewerken oppervlak, als er voldoende ruimte beschikbaar is. Als er
weinig ruimte is, verplaatst de besturing het gereedschap loodrecht naar de
diepte
4 De nabewerkingsovermaat die bij het voorbewerken is blijven bestaan, wordt
afgefreesd
5 Ten slotte verplaatst het gereedschap zich met Q253 AANZET VOORPOS. naar
Q200 VEILIGHEIDSAFSTAND en dan met FMAX naar Q260 VEILIGE HOOGTE
Instructies
Let op: risico voor gereedschap en werkstuk!
De cyclus houdt bij de berekening van de freesbanen geen rekening met
hoekradius R2. Ondanks lage baanoverlapping kan restmateriaal op de bodem
van de contour blijven staan. Het restmateriaal kan bij de volgende bewerkingen
tot schade aan het werkstuk en het gereedschap leiden!
Verloop en contour met behulp van de simulatie controleren.
Indien mogelijk gereedschappen zonder hoekradius R2 gebruiken
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodus FUNCTION MODE MILL
uitvoeren.
De besturing bepaalt automatisch het startpunt voor de nabewerking diepte. Het
startpunt is afhankelijk van de ruimte in de contour.
De besturing voert het nabewerken met cyclus 273 altijd meelopend uit.
Deze cyclus bewaakt de gedefinieerde werklengte LU van het gereedschap.
Wanneer de LU-waarde kleiner is dan DIEPTE Q201, komt de besturing met een
foutmelding.
Aanwijzing voor het programmeren
Bij gebruik van een baanoverlappingsfactor groter dan één kan restmateriaal
achterblijven. Contour via testgrafiek controleren en evt. de baanoverlap-
pingsfactor iets aanpassen. Daardoor ontstaat een andere snede-opdeling, wat
vaak tot het gewenste resultaat leidt.
696
AANWIJZING
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking

Advertenties

loading