Bewerkingscycli | Cycli voor freesbewerking
Cyclusparameters
Helpscherm
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
Parameter
Q200 Veiligheidsafstand?
Afstand tussen gereedschapspunt en werkstukoppervlak. De
waarde werkt incrementeel.
Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF
Q201 Draaddiepte ?
Afstand tussen werkstukoppervlak en draadkern. De waarde
werkt incrementeel.
Invoer: –99999,9999...+99999,9999
Q239 Spoed?
Spoed van de draad. Het voorteken legt rechtse of linkse
draad vast:
+ = rechtse draad
– = linkse draad
Invoer: -99.9999...+99.9999
Q203 Coörd. werkstukoppervlakte?
Coördinaat van het werkstukoppervlak met betrekking tot het
actieve nulpunt. De waarde werkt absoluut.
Invoer: –99999,9999...+99999,9999
Q204 2e veiligheidsafstand?
Afstand in de gereedschapsas tussen gereedschap en
werkstuk (spanmiddel) waarbij een botsing is uitgesloten. De
waarde werkt incrementeel.
Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF
Q257 Boordiepte tot spaanbreuk ?
Maat waarbij de besturing het spaanbreken uitvoert. Deze
procedure wordt herhaald totdat Q201 DIEPTE is bereikt.
Wanneer Q257 gelijk is aan 0, voert de besturing geen
spaanbreken uit. De waarde werkt incrementeel.
Invoer: 0...99999,9999
Q256 Terugtrekhoogte voor spaanbreuk?
De besturing vermenigvuldigt spoed Q239 met de ingevoer-
de waarde en verplaatst het gereedschap bij het spaanbre-
ken met deze berekende waarde terug. Wanneer Q256 = 0
wordt ingevoerd, trekt de besturing het gereedschap volledig
uit de boring terug (naar veiligheidsafstand), om de spanen
te verwijderen.
Invoer: 0...99999,9999
Q336 Hoek voor spil-orientatie ?
Hoek waaronder de besturing het gereedschap vóór het
schroefdraad snijden positioneert. Hierdoor kan de schroef-
draad eventueel worden nagesneden. De waarde werkt
absoluut.
Invoer: 0...360
15
555