62
Stoelen en opbergen
Correcte zitpositie voor de chauffeur
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door voertuiginstellingen tijdens het
rijden
U kunt in de volgende situaties de controle
over de auto verliezen:
Wanneer tijdens het rijden de bestuur‐
R
dersstoel, de hoofdsteunen, het stuurwiel
of de spiegels worden ingesteld.
Wanneer tijdens het rijden de veiligheids‐
R
gordel wordt omgegespt.
Voordat de motor wordt gestart: De
#
bestuurdersstoel, de hoofdsteunen, het
stuurwiel of de spiegels instellen en de
veiligheidsgordel omgespen.
Let op het onderstaande als u stuurwiel 3, vei‐
ligheidsgordel
2
en chauffeurstoel
instellen:
Zit op zo groot mogelijke afstand tot de chauf‐
R
feurluchtzak.
Zit rechtop.
R
Laat uw dijbenen enigszins op het stoelkus‐
R
sen rusten.
Strek uw benen niet volledig zodat u de peda‐
R
len volledig kunt induwen.
Uw achterhoofd wordt ter hoogte van uw
R
ogen door het midden van de hoofdsteun
ondersteund.
U kunt het stuurwiel met licht gekromde
R
armen vasthouden.
U kunt uw benen vrij bewegen.
R
U kunt alle indicatoren op het instrumenten‐
R
paneel goed aflezen.
U kunt het verkeer goed overzien.
R
Uw veiligheidsgordel sluit nauw om uw
R
lichaam en loopt over het midden van uw lin‐
kerschouder naar uw bekken ter hoogte van
uw heupholte.
Stoelen
Mechanisch instellen van de voorstoel (zon‐
der zitcomfortpakket)
& WAARSCHUWING Inklemgevaar bij
Wanneer kinderen de stoelen instellen, kun‐
nen zij bekneld raken, in het bijzonder wan‐
neer ze zonder toezicht zijn.
#
#
& WAARSCHUWING Inklemgevaar bij
Wanneer u een stoel instelt, is het mogelijk
dat uzelf of andere inzittenden bekneld raken,
bijvoorbeeld door de geleiderail van de stoel.
#
1
wilt
De veiligheidsaanwijzingen met betrekking tot de
"Airbags" en "Kinderen in het voertuig" in acht
nemen.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
Wanneer de bestuurdersstoel niet vergren‐
deld is, kan deze onverwacht bewegen tijdens
het rijden.
Daardoor kunt u de controle over de auto ver‐
liezen.
#
instelling van de stoelen door kinderen
Bij het verlaten van de auto altijd de
sleutel meenemen en de auto vergren‐
delen.
Kinderen nooit zonder toezicht in de
auto laten.
instelling van de stoelen
Bij het instellen van een stoel mogen
zich geen lichaamsdelen in het bewe‐
gingsgebied van de stoel bevinden; dit
controleren.
len door een niet vergrendelde bestuur‐
dersstoel
De bestuurdersstoel moet altijd vergren‐
deld zijn voordat de auto wordt gestart;
dit controleren.