126
Rijden en parkeren
Dieselpartikelfilter
Aanwijzingen met betrekking tot de regenera‐
tie
& WAARSCHUWING Vergiftigingsgevaar
door uitlaatgassen
Verbrandingsmotoren stoten giftige uitlaat‐
gassen, bijvoorbeeldkoolmonoxide uit. Het
inademen van deze uitlaatgassen leidt tot ver‐
giftigingen.
De motor nooit in een gesloten ruimte
#
zonder voldoende ventilatie laten
draaien.
& WAARSCHUWING Brandgevaar bij hete
onderdelen van het uitlaatsysteem
Als brandbaar materiaal, bijvoorbeeld blade‐
ren, gras of takken, met hete onderdelen van
het uitlaatsysteem of de uitlaatgasstroom in
contact komen, kunnen deze materialen ont‐
steken.
De auto zo parkeren dat geen brandbaar
#
materiaal met hete onderdelen van de
auto in contact kan komen.
Niet op een droge wei of afgeoogste
#
graanvelden parkeren.
Als het voertuig overwegend wordt gebruikt voor
korte ritten of bij stilstand de PTO wordt gebruikt,
kunnen er storingen optreden bij de automati‐
sche reiniging van het dieselpartikelfilter. Daar‐
door kan het dieselpartikelfilter overbeladen wor‐
den en vermogensverlies van de motor veroorza‐
ken.
%
Als het voertuig beschikt over een weergave
van de vulling van het dieselpartikelfilter, of
over een weergave van de regeneratie, kan
dit via het multifunctioneel display worden
weergegeven. Naar behoefte kan via de weer‐
gave van de regeneratie een regeneratie van
het dieselpartikelfilter worden gestart
(
pagina 126).
→
%
Een regelmatige regeneratie van het diesel‐
partikelfilter kan storingen, verdunning van
de motorolie en vermogensverlies van de
motor voorkomen.
* AANWIJZING Schade door heet uitlaat‐
gas
Tijdens de regeneratie komen zeer hete uit‐
laatgassen uit de uitlaateindpijp.
Tijdens de regeneratie een minimumaf‐
#
stand van 2 m tot andere objecten,
zoals geparkeerde voertuigen, aanhou‐
den.
Regeneratie starten en afbreken
Voorwaarden
Er is voldaan aan alle systeemvoorwaarden.
R
De vullingsgraad van het dieselpartikelfilter is
R
hoger dan 50 %.
Het voertuig rijdt.
R
%
Als het voertuig beschikt over een weergave
van de vulling van het dieselpartikelfilter, of
over een weergave van de regeneratie, kan
dit via het multifunctioneel display worden
weergegeven. Naar behoefte kan via de weer‐
gave van de regeneratie een regeneratie van
het dieselpartikelfilter worden gestart
(
pagina 126).
→
Boordcomputer:
Service
Roetfilter
,
.
* AANWIJZING Schade door heet uitlaat‐
gas
Tijdens de regeneratie komen zeer hete uit‐
laatgassen uit de uitlaateindpijp.
Tijdens de regeneratie een minimumaf‐
#
stand van 2 m tot andere objecten,
zoals geparkeerde voertuigen, aanhou‐
den.
Wanneer het voertuig onder normale omstandig‐
heden wordt gebruikt, is een extra commando
voor de regeneratie niet noodzakelijk.
Regeneratie starten:
#
De melding
Handmatige regeneratie aange-
vraagd
verschijnt.
Afhankelijk van het gebruik en de omgevings‐
omstandigheden, kan het tot 20 minuten
duren alvorens de regeneratie start.
Wanneer de regeneratie start, verschijnt de
melding
Regeneratie
duurt circa 15 minuten.
Tijdens de regeneratie, indien mogelijk, met
#
een toerental van ten minste 2000 /min rij‐
den.
Door de temperatuurverhoging wordt het
schoonbranden van het dieselpartikelfilter
ondersteund.
OK
selecteren.
actief. De regeneratie