282
Onderhoud en verzorging
Bij brand in de motorruimte de motor‐
#
kap gesloten houden en contact opne‐
men met de brandweer.
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel
door bewegende delen
Bepaalde componenten in de motorruimte
kunnen ook bij uitgeschakeld contact blijven
werken of plotseling in werking treden, bij‐
voorbeeld de ventilator van de radiateur.
Voordat werkzaamheden in de motorruimte
worden uitgevoerd het volgende in acht
nemen:
Het contact uitschakelen.
#
Nooit in de gevarenzone van bewegende
#
onderdelen, bijvoorbeeld het draaibe‐
reik van de ventilator, reiken.
Sierraden en horloges afdoen.
#
Kledingstukken en haren uit de buurt
#
van bewegende delen houden.
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel
door het aanraken van spanningsvoe‐
rende onderdelen
Het ontstekingssysteem en het brandstofin‐
spuitsysteem werken met een hoge spanning.
Als u spanningsvoerende onderdelen aan‐
raakt, kunt u een stroomstoot krijgen.
Nooit onderdelen van het ontstekings‐
#
systeem of het brandstofinspuitsysteem
bij ingeschakeld contact aanraken.
De spanningvoerende onderdelen van het brand‐
stofinspuitsysteem zijn bijvoorbeeld de verstui‐
vers.
De spanningvoerende onderdelen van het ontste‐
kingssysteem zijn bijvoorbeeld de volgende com‐
ponenten:
Bobine
R
Bougiestekker
R
Testaansluiting
R
& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐
wonden door hete onderdelen in de
motorruimte
Bepaalde onderdelen in de motorruimte kun‐
nen zeer heet zijn, bijvoorbeeld de motor, de
radiateur en onderdelen van het uitlaatsys‐
teem.
De motor laten afkoelen en alleen de
#
hierna beschreven onderdelen aanra‐
ken.
Als werkzaamheden in de motorruimte moeten
worden uitgevoerd, alleen de volgende onderde‐
len aanraken:
Motorkap
R
Afsluitdop vulopening motorolie
R
Afsluitdop ruitensproeiervloeistofreservoir
R
Afsluitdop koelvloeistofexpansiereservoir
R
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel
door het gebruik van de ruitenwissers bij
geopende motorkap
Als de ruitenwissers zich in beweging zetten
als de motorkap geopend is, kunt u bekneld
raken in het mechanisme.
Alvorens de motorkap te openen, altijd
#
de ruitenwissers en het contact uitscha‐
kelen.
Het voertuig op een veilige plaats en op een
#
zo vlak mogelijke ondergrond parkeren.
De motor afzetten.
#
Het voertuig tegen wegrollen beveiligen.
#
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel bij
het openen van de motorkap
De motorkap kan bij het openen plotseling in
de eindstand vallen.
Voor personen die zich in het draaibereik van
de motorkap bevinden bestaat gevaar voor
letsel!