Download Print deze pagina

Mercedes-Benz Sprinter 2018 Handleiding pagina 318

Verberg thumbnails Zie ook voor Sprinter 2018:

Advertenties

316
Wielen en banden
Informatie over M+S-banden
Bij temperaturen onder 10 °C winterbanden of
all-seasonbanden gebruiken — beide zijn met M+S
gekenmerkt.
Onder winterse omstandigheden bieden alleen
winterbanden met het sneeuwvloksymbool i
naast M+S de beste grip.
Alleen met deze banden kunnen rijveiligheidssys‐
temen, zoals het ABS en het ESP
winter optimaal werken. Deze banden zijn speci‐
aal ontwikkeld voor het rijden in sneeuw.
Om een veilig rijgedrag te verkrijgen moeten op
alle vier de wielen M+S-banden van hetzelfde
merk en met hetzelfde profiel worden gemon‐
teerd.
De toegestane maximumsnelheid van de gemon‐
teerde M+S-banden mag nooit worden overschre‐
den .
Als M+S-banden worden gemonteerd met een
lagere toegestane maximumsnelheid dan de door
de constructie bepaalde maximumsnelheid van
het voertuig, moet in het gezichtsveld van de
chauffeur een sticker worden aangebracht. Deze
is verkrijgbaar bij een gekwalificeerde werk‐
plaats.
Voertuigen met limiter: In dit geval tevens de
door de constructie bepaalde maximum snelheid
van het voertuig met de permanente limiter
begrenzen op de toegestane maximumsnelheid
voor de M+S-banden (
Als er winterbanden zijn gemonteerd:
Bandenspanning controleren (
R
Bandenspanningscontrole opnieuw starten
R
(
pagina 330)
Aanwijzingen met betrekking tot sneeuw‐
kettingen
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door verkeerde montage van de
sneeuwkettingen
Voertuigen met achterwielaandrijving:
Wanneer sneeuwkettingen op de voorwielen
worden gemonteerd, kunnen de sneeuwket‐
tingen tegen de carrosserie of onderdelen van
het onderstel schuren.
Daardoor kan schade aan het voertuig of de
banden ontstaan.
®
, ook in de
pagina 160).
pagina 317)
Nooit sneeuwkettingen op de voorwie‐
#
len monteren.
Sneeuwkettingen op de achterwielen
#
altijd paarsgewijs monteren.
Voertuigen met dubbelluchtwiel:
#
Sneeuwkettingen op de buitenste wielen
monteren.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door verkeerde montage van de
sneeuwkettingen
Voertuigen met voorwielaandrijving: Wan‐
neer sneeuwkettingen op de achterwielen
worden gemonteerd, kunnen de sneeuwket‐
tingen tegen de carrosserie of onderdelen van
het onderstel schuren.
Daardoor kan schade aan het voertuig of de
banden ontstaan.
Nooit sneeuwkettingen op de achterwie‐
#
len monteren.
Sneeuwkettingen alleen paarsgewijs op
#
de voorwielen monteren.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door ongeschikte sneeuwkettingen
Voertuigen met vierwielaandrijving of voor‐
wielaandrijving en enkelluchtbanden hebben
niet voldoende vrije ruimte bij de vooras voor
universele sneeuwkettingen.
Wanneer universele sneeuwkettingen worden
gemonteerd, kunnen de sneeuwkettingen los‐
komen en onderdelen van het onderstel of
remleidingen beschadigen.
Bij voertuigen met vierwielaandrijving of
#
voorwielaandrijving en enkelluchtban‐
den alleen sneeuwkettingen monteren
die door Mercedes-Benz voor deze ban‐
den vrijgegeven zijn.
Mercedes-Benz adviseert om veiligheidsredenen
om alleen voor de toepassing geteste en goedge‐
keurde sneeuwkettingen te gebruiken. Meer infor‐
matie over de door Mercedes-Benz geadviseerde
sneeuwkettingen vindt u in het banden- en velge‐
noverzicht onder https://www.mercedes-
benz.de.

Advertenties

loading