De automatische transmissie uit de par‐
R
keerstand j te schakelen.
De motor te starten.
R
Kinderen en dieren nooit zonder toe‐
#
zicht in de auto achterlaten.
Bij het verlaten van de auto altijd de
#
sleutel meenemen en de auto vergren‐
delen.
De sleutel buiten bereik van kinderen
#
bewaren.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door ondeskundig schakelen
Als het motortoerental hoger is dan het stati‐
onair toerental en vervolgens de transmissie‐
stand h of k wordt ingeschakeld, kan de
auto met een schok accelereren.
Als de transmissiestand h of k wordt
#
ingeschakeld, altijd het rempedaal ste‐
vig indrukken en niet tegelijkertijd gas
geven.
Met de DIRECT SELECT-keuzehendel wordt de
transmissiestand gewijzigd. De actuele transmis‐
siestand wordt op het multifunctioneel display
weergegeven.
j Parkeerstand
k Achteruitversnelling
i Neutraalstand
h Rijstand
Achteruitversnelling R inschakelen
Het rempedaal indrukken en de DIRECT
#
SELECT-keuzehendel door de eerste weer‐
stand omhoogdrukken.
Op het multifunctioneel display toont de
transmissiestandaanduiding k.
Neutraalstand N inschakelen
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len en letsel bij ingeschakelde neutraal‐
stand
Als het voertuig met ingeschakelde neutraal‐
stand i wordt geparkeerd en de parkeerrem
niet is ingeschakeld, kan het voertuig wegrol‐
len.
Er bestaat gevaar voor letsel en ongevallen!
Vóór het parkeren van het voertuig de
#
parkeerrem inschakelen.
129
Rijden en parkeren