Download Print deze pagina

Mercedes-Benz Sprinter 2018 Handleiding pagina 135

Verberg thumbnails Zie ook voor Sprinter 2018:

Advertenties

digd. Dergelijke schade valt niet onder de
Mercedes-Benz aansprakelijkheid voor gebre‐
ken.
Het voertuig nooit met een opgetilde as
#
slepen.
Het voertuig alleen met alle wielen op
#
de grond of volledig van de grond sle‐
pen.
De aanwijzingen voor het slepen van het
#
voertuig met alle wielen volledig op de
grond in acht nemen.
Vierwielaandrijving inschakelen
Schakelvoorwaarden
De vierwielaandrijving kan alleen in de volgende
situaties worden in- of uitgeschakeld:
als de motor draait
R
als het voertuig niet sneller dan circa
R
10 km/h rijdt
als het voertuig niet in een bocht rijdt
R
Als de vierwielaandrijving niet kan worden inge‐
schakeld terwijl het voertuig rijdt, het volgende
doen:
Voertuigen met handgeschakelde versnel‐
#
lingsbak: Het koppelingspedaal indrukken.
Voertuigen met automatische transmis‐
#
sie: De keuzehendel kort in de stand i zet‐
ten.
%
De vierwielaandrijving kan niet worden inge‐
schakeld als het voertuig stilstaat. De keuze‐
hendel uit de stand i in h of k halen en
weer terugzetten.
Vierwielaandrijving in- en uitschakelen
In- of uitschakelen: De schakelaar
#
de bovenzijde indrukken.
De waarschuwingslampjes ÷ en : in
het instrumentendisplay gaan branden. Het
®
ESP
en de ASR zijn gedurende de schakel‐
manoeuvre uitgeschakeld. Als de schakelma‐
noeuvre voltooid is, doven de waarschuwings‐
lampjes ÷ en : in het instrumenten‐
display en zijn het ESP
schakeld.
Wanneer de versnellingsbakoverbrenging LOW
RANGE ingeschakeld is, kan de vierwielaandrij‐
ving niet worden uitgeschakeld.
Versnellingsbakoverbrenging LOW RANGE
De versnellingsbakoverbrenging LOW RANGE
ondersteunt bij het rijden in moeilijk terrein. Bij
ingeschakelde LOW RANGE worden het gebruik
van het vermogen van de motor en het schakelen
van de automatische transmissie aangepast. In
vergelijking met de wegversnelling wordt de over‐
brengingsverhouding van de motor naar de wie‐
len met circa 40 % verlaagd. Het aandrijfkoppel is
daardoor overeenkomstig hoger.
Schakelvoorwaarden
De LOW RANGE kan alleen in de volgende situ‐
aties worden in- of uitgeschakeld:
De motor draait.
R
Het voertuig staat stil.
R
U drukt het rempedaal in.
R
De handgeschakelde versnellingsbak staat in
R
de neutraalstand.
133
Rijden en parkeren
1
aan
®
en de ASR weer inge‐

Advertenties

loading