Download Print deze pagina

Mercedes-Benz Sprinter 2018 Handleiding pagina 177

Verberg thumbnails Zie ook voor Sprinter 2018:

Advertenties

camera 1. Deze moet voorkomen dat u onge‐
wild de rijstrook verlaat. Daartoe kunt u door een
voelbare terugmelding van het stuurwiel en het
knipperen van het statussymbool in het instru‐
mentendisplay worden gewaarschuwd. Bovendien
kunt u door een corrigerende remingreep naar uw
rijstrook worden teruggevoerd. Op het instrumen‐
tendisplay verschijnt een overeenkomstige mel‐
ding.
De waarschuwing wordt uitgegeven, wanneer
tegelijkertijd aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
Het rijsysteem herkent rijstrookmarkeringen.
R
Een voorwiel rijdt over de rijstrookmarkerin‐
R
gen.
Er vindt een corrigerende remingreep plaats,
wanneer tegelijkertijd aan de volgende voorwaar‐
den wordt voldaan:
De actieve spoorassistent herkent rijstrook‐
R
markeringen aan beide zijden van het voer‐
tuig.
Een voorwiel rijdt over een doorgetrokken
R
rijstrookmarkering.
Op het instrumentendisplay verschijnt een over‐
eenkomstige melding.
De remingreep is beschikbaar in het snelheidsbe‐
reik tussen circa 60 km/h en circa 160 km/h.
U kunt de waarschuwing van de actieve spooras‐
sistent uitschakelen, of het systeem geheel uit‐
schakelen.
De actieve spoorassistent kan het gevaar voor
ongevallen door een niet aangepaste rijstijl niet
verminderen en de natuurkundige grenzen niet
verleggen. Hij kan geen rekening houden met de
weg- en weersomstandigheden en de verkeerssi‐
tuatie. Het rijsysteem is een hulpmiddel bij het
onbedoeld verlaten van de rijstrook of het onbe‐
doeld overschrijden van de rijstrookmarkeringen,
maar geen systeem voor het automatisch aan‐
houden van de rijstrook. De verantwoordelijkheid
voor een veilige afstand, de snelheid, het tijdig
remmen en het aanhouden van de rijstrook ligt bij
u.
Voorbeeldweergave
Als een corrigerende remingreep door de actieve
spoorassistent plaatsvindt, verschijnt op het mul‐
tifunctioneel display de melding 1.
Systeemgrenzen
In de volgende situaties vindt er geen corrige‐
rende remingreep door de actieve spoorassistent
plaats:
U stuurt, remt duidelijk, of geeft duidelijk gas
R
U schakelt de richtingaanwijzer in.
R
Een rijveiligheidssysteem grijpt in, bijvoor‐
R
®
beeld het ESP
of het Active Brake Assist
System.
U rijdt sportief, met hoge bochtsnelheden of
R
accelereert snel.
®
Het ESP
is uitgeschakeld
R
U rijdt met een aanhangwagen en de elektri‐
R
sche verbinding met de aanhangwagen func‐
tioneert correct.
Als bandenspanningsverlies of een bescha‐
R
digde band wordt herkend of weergegeven.
Het systeem kan in de volgende situaties moge‐
lijk niet correct werken of buiten werking zijn:
Het zicht is slecht, bijvoorbeeld door onvol‐
R
doende verlichting van de weg, bij sterk wis‐
selende schaduwen of door sneeuw, regen,
mist of veel spatwater.
Bij verblinding, bijvoorbeeld door tegemoetko‐
R
mend verkeer, directe zonnestraling of door
reflecties.
De voorruit is in de omgeving van de multi‐
R
functionele camera afgedekt of de camera is
beslagen, beschadigd of afgedekt.
Er zijn geen of meerdere, niet duidelijk her‐
R
kenbare rijstrookmarkeringen aanwezig voor
een rijstrook, bijvoorbeeld in de omgeving van
wegwerkzaamheden.
175
Rijden en parkeren

Advertenties

loading