kunnen de hulpdiensten met behulp van de QR-
codes snel de betreffende reddingskaart voor uw
voertuig ophalen. Op de actuele reddingskaart
staat beknopt de belangrijkste informatie over
het voertuig, bijvoorbeeld de ligging van de elek‐
trische bedrading.
Meer informatie vindt u op http://
www.mercedes-benz.de/qr-code.
Gegevensopslag
Elektronische regeleenheden
In het voertuig zijn elektronische regeleenheden
gemonteerd. Enkele daarvan zijn noodzakelijk
voor het veilig functioneren van het voertuig,
enkele ondersteunen u bij het rijden (chauffeur‐
sassistentiesystemen). Daarnaast biedt het voer‐
tuig comfort- of entertainmentfuncties, die even‐
eens mogelijk worden gemaakt door elektroni‐
sche regeleenheden.
De elektronische regeleenheden zijn voorzien van
een gegevensopslag, waarin technische informa‐
tie over de toestand van het voertuig, het gebruik
van componenten, de onderhoudsbehoefte en
technische storingen en fouten tijdelijk of perma‐
nent kunnen worden opgeslagen.
Deze informatie geeft in het algemeen de toe‐
stand weer van een onderdeel, een module, een
systeem of de omgeving, zoals:
Gebruiksomstandigheden van systeemcom‐
R
ponenten (bijvoorbeeld niveaus, accustatus,
bandenspanning)
Statusmeldingen van het voertuig of van
R
afzonderlijke onderdelen daarvan (bijvoor‐
beeld wieltoerental/snelheid, bewegingsver‐
traging, dwarsversnelling, weergave van de
vastgegespte gordels)
Storingen en defecten in belangrijke systeem‐
R
componenten (bijvoorbeeld verlichting, rem‐
men)
Informatie over storingen die het voertuig
R
kunnen beschadigen
Reacties van de systemen in specifieke rijsi‐
R
tuaties (bijvoorbeeld activeren van een airbag,
ingrepen van de stabiliteitsregelsystemen)
Omgevingstoestanden (bijvoorbeeld tempera‐
R
tuur, regensensor)
Deze gegevens dienen, naast het uitvoeren van
de eigenlijke functies van de regeleenheid, voor
het herkennen en verhelpen van storingen en
voor het optimaliseren van de functies van het
Algemene aanwijzingen
voertuig door de fabrikant. Het grootste deel van
deze gegevens is tijdelijk en wordt alleen in het
voertuig zelf verwerkt. Slechts een gering deel
van de gegevens wordt in het gebeurtenis- of sto‐
ringsgeheugen opgeslagen.
Wanneer u aanspraak maakt op diensten, kan
deze technische informatie door de medewerkers
van het servicenetwerk (bijvoorbeeld garage,
fabrikant) of door derden (bijvoorbeeld de pech‐
hulp) uit de auto worden uitgelezen. Diensten zijn
bijvoorbeeld reparaties, onderhoud, garantiege‐
vallen en kwaliteitswaarborgingsmaatregelen. Het
uitlezen vindt plaats via de wettelijk voorgeschre‐
ven aansluiting voor de diagnose-interface in de
auto. Het servicenetwerk of de derde partij ver‐
krijgt, verwerkt en gebruikt de gegevens. Ze
documenteren de technische toestand van het
voertuig, helpen bij het vinden van fouten en bij
de kwaliteitsverbetering en worden eventueel
doorgegeven aan de fabrikant. Daarnaast is de
fabrikant verantwoordelijk voor de productaans‐
prakelijkheid. Hiervoor heeft de fabrikant techni‐
sche gegevens van voertuigen nodig.
De storingsgeheugens in het voertuig kunnen in
het kader van reparatie- of onderhoudswerkzaam‐
heden door een servicewerkplaats worden gere‐
set.
U kunt in het kader van de geselecteerde uitrus‐
ting zelf gegevens invoeren in de comfort- en
infotainmentfuncties van het voertuig.
Daartoe horen bijvoorbeeld:
Multimedia-gegevens, zoals muziek, films of
R
foto's voor de weergave in een geïntegreerd
multimediasysteem
Adresboekgegevens om te gebruiken in com‐
R
binatie met een geïntegreerde handsfree-
installatie of een geïntegreerd navigatiesys‐
teem
Ingevoerde navigatiebestemmingen
R
Gegevens over het gebruik van internetdien‐
R
sten
Deze gegevens kunnen lokaal in de auto worden
opgeslagen, of ze bevinden zich op een apparaat
dat u met de auto heeft verbonden (bijvoorbeeld
smartphone, usb-stick of mp3-speler). Wanneer
deze gegevens in de auto worden opgeslagen,
kunt u ze op elk moment wissen. Doorgeven van
deze gegevens aan derden vindt uitsluitend plaats
op uw verzoek, in het bijzonder in het kader van
het gebruik van de onlinediensten overeenkom‐
stig de door u geselecteerde instellingen.
25