Advertenties
380
Displaymeldingen en waarschuwings-/controlelampjes
Displaymeldingen
h
Banden controleren
h
Bandenspanning corrige-
ren
Bandenspanningscon-
trole functioneert niet
Mogelijke oorzaak en/of gevolg en
* Van een of meer banden nam de bandenspanning sterk af. De wiel‐
positie wordt getoond.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen door een te lage
bandenspanning
Banden met een te lage bandenspanning leveren de volgende
gevaren op:
De banden kunnen klappen, in het bijzonder bij toenemende
R
belading en snelheid.
De banden kunnen overmatig en/of ongelijkmatig slijten,
R
hetgeen de grip sterk nadelig beïnvloedt.
‑ De rij-eigenschappen en het stuur- en remgedrag kunnen
R
sterk nadelig beïnvloed worden.
U kunt dan de controle over de auto verliezen.
De geadviseerde bandenspanningen in acht nemen.
#
Indien noodzakelijk de bandenspanning aanpassen.
#
Stop zodra het verkeer dat toelaat.
#
Inspecteer de bandenspanning(
#
zelf.
* Van minstens een van de banden is de bandenspanning te laag of de
bandenspanning van de afzonderlijke wielen verschillen onderling te
veel.
Controleer de bandenspanning. Breng zo nodig de banden op
#
druk.
Start de controlefunctie voor de bandenspanning opnieuw nadat
#
u de banden correct op spanning hebt gebracht(
* De bandenspanningscontrole vertoont een storing.
Naar een gekwalificeerde werkplaats gaan.
#
oplossingen
M
pagina 317) en de banden
→
pagina 330).
→
Advertenties
