340
Wielen en banden
Kriksteunpunt, achteras (voorbeeld voertuig
met gesloten opbouw en combi tot 4,0 t)
Kriksteunpunt, achteras (voertuigen 5,0 t)
De krik vóór de vooras onder het kriksteun‐
#
punt plaatsen.
Voertuigen met vierwielaandrijving: De
#
krikspindel
2
linksom tot de aanslag terug‐
draaien.
Het voertuig opkrikken tot de band maximaal
#
3 cm van de grond verwijderd is.
Het wiel losdraaien en verwijderen
#
(
pagina 340).
→
Wiel verwijderen
Voorwaarden
Het voertuig is omhooggebracht
R
(
pagina 337).
→
Bij het verwisselen van een wiel elke vorm
van krachtinwerking op de remschijven voor‐
komen, omdat deze tot comfortklachten bij
het remmen zouden kunnen leiden.
* AANWIJZING Beschadiging van de
schroefdraad door vervuilde wielbouten
De wielbouten niet in zand of vuil leg‐
#
gen.
De wielbouten of -moeren met de wielmoer‐
#
sleutel losdraaien.
Bij voorwielen met wielmoeren de wielmoe‐
#
rafdekking verwijderen.
Het wiel verwijderen.
#
Nieuw wiel monteren
Voorwaarden
Het wiel is verwijderd (
R
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door verliezen van een wiel
Als wielbouten met olie of vet zijn inge‐
smeerd, of als de schroefdraad van wielbou‐
ten‑ of naven beschadigd is, kunnen de wiel‐
bouten loskomen.
Daardoor kan tijdens het rijden een wiel wor‐
den verloren.
Nooit de wielbouten met olie of vet
#
insmeren.
Als schroefdraad beschadigd is, direct
#
contact opnemen met een gekwalifi‐
ceerde werkplaats.
Beschadigde wielbouten of beschadigde
#
schroefdraad in de naaf laten vervan‐
gen.
Niet verder rijden.
#
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel bij
het vastdraaien van wielbouten en ‑moe‐
ren
Als de wielbouten of wielmoeren worden vast‐
gedraaid als de auto omhooggebracht is, kan
de krik kantelen.
Wielbouten of wielmoeren alleen vast‐
#
draaien met het wiel op de grond.
De aanwijzingen met betrekking tot de selec‐
#
tie van banden in acht nemen
(
pagina 333).
→
pagina 340).
→