Download Print deze pagina

Mercedes-Benz Sprinter 2018 Handleiding pagina 337

Verberg thumbnails Zie ook voor Sprinter 2018:

Advertenties

Bij het kiezen, monteren en vervangen van ban‐
den het volgende in acht nemen:
Landspecifieke goedkeuringseisen voor ban‐
R
den, die een bepaald bandentype voor het
voertuig vastleggen.
Daarnaast kan voor bepaalde regio's en toe‐
passingen het gebruik van bepaalde banden‐
typen worden aanbevolen.
Alleen banden en velgen van dezelfde con‐
R
structie, dezelfde uitvoering (zomerbanden,
winterbanden, all-seasonbanden) en hetzelfde
merk monteren.
Op een as alleen wielen van dezelfde afmetin‐
R
gen en profieluitvoering monteren (links en
rechts).
Uitsluitend in geval van pech mag voor het rij‐
den naar de werkplaats hiervan worden afge‐
weken.
Op de velgen alleen passende banden monte‐
R
ren.
Geen nabewerking aan het remsysteem, de
R
velgen en de banden uitvoeren.
Het gebruik van vulplaten en remstofplaten is
niet toegestaan en leidt tot het verlies van de
typegoedkeuring.
Voertuigen met bandenspanningscontrole:
R
Alle gemonteerde wielen moeten zijn uitge‐
rust met functionerende sensoren voor de
bandenspanningscontrole.
Bij temperaturen onder 10 °C winterbanden
R
of all-seasonbanden met het M+S-keurmerk
op alle wielen gebruiken.
Onder winterse omstandigheden bieden win‐
terbanden met het sneeuwvloksymbool i
naast de M+S markering de beste grip.
Bij M+S-banden alleen banden met hetzelfde
R
profiel gebruiken.
De toegestane maximumsnelheid van de
R
gemonteerde M+S-banden in acht nemen.
Wanneer deze lager is dan die van het voer‐
tuig, moet een sticker in het gezichtsveld van
de chauffeur hiervoor waarschuwen.
Nieuwe banden tijdens de eerste 100 km met
R
matige snelheid inrijden.
De banden uiterlijk om de zes jaar laten ver‐
R
vangen, ongeacht de slijtage.
Voor meer informatie over banden en velgen con‐
tact opnemen met een gekwalificeerde werk‐
plaats.
Ook de volgende aanvullende informatie in acht
nemen:
Aanwijzingen met betrekking tot de banden‐
R
spanning (
pagina 317)
Bandenspanningstabel
R
Aanwijzingen met betrekking tot het noodwiel
R
(
pagina 343)
Aanwijzingen met betrekking tot het verwis‐
selen van wielen
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door verschillende wielafmetingen
Wanneer bij verschillende afmetingen van vel‐
gen of banden de voor‑ met de achterwielen
worden uitgewisseld, kunnen de rij-eigen‐
schappen sterk nadelig worden beïnvloed.
Bovendien kunnen de schijfremmen of onder‐
delen van de wielophanging worden bescha‐
digd.
De voor‑ en achterwielen uitsluitend uit‐
#
wisselen, wanneer banden en velgen
identieke afmetingen hebben.
Als bij verschillende afmetingen van banden en
velgen de voor- met de achterwielen worden ver‐
wisseld, kan dit leiden tot verlies van de type‐
goedkeuring.
Verwissel bij voertuigen met dezelfde wielmaat
afhankelijk van de slijtagegraad de wielen elke
5000 tot 10000 km. Op de draairichting van de
wielen letten.
Daarbij de aanwijzingen en de veiligheidsaanwij‐
zingen bij "Verwisselen van een wiel" in acht
nemen.
Informatie over de draairichting van banden
Banden met een voorgeschreven draairichting
bieden extra voordelen, bijvoorbeeld met betrek‐
king tot aquaplaning. Deze voordelen zijn alleen
effectief als de draairichting wordt aangehouden.
De draairichting is met een pijl op de wang van
de band aangegeven.
Het reservewiel mag ook tegengesteld aan de
draairichting worden gemonteerd. De gebruiks‐
voorwaarden met betrekking tot de op het reser‐
vewiel aangegeven maximumafstand en maxi‐
mumsnelheid in acht nemen.
335
Wielen en banden

Advertenties

loading