106
Klimaatregeling
Comfortopening/-sluiting via luchtrecircula‐
tietoets
Comfortsluiting: De toets d zo lang
#
indrukken, tot de zijruiten automatisch begin‐
nen te sluiten.
De beginpositie van de zijruiten is opgesla‐
gen.
Comfortopening: De toets d zo lang
#
indrukken, tot de zijruiten automatisch begin‐
nen te openen.
De zijruiten openen automatisch tot de vooraf
opgeslagen positie.
Inschakelen resp. uitschakelen van de voor‐
ruitverwarming
%
De voorruitverwarming laat zich bij een hoge
buitentemperatuur niet inschakelen.
Druk op de toets voor het verwarmen van de
#
voorruit.
Licht het meldlampje op? Dat is de voorruit‐
verwarming ingeschakeld.
%
De voorruitverwarming schakelt na enkele
minuten automatisch uit.
%
Is de accuspanning te laag? Dan laat de voor‐
ruitverwarming zich niet inschakelen. De
voorruitverwarming schakelt automatisch uit
als tijdens het gebruik ervan de accuspan‐
ning te ver daalt.
Inschakelen resp. uitschakelen van de achter‐
ruitverwarming
De toets ¤ indrukken.
#
Licht het meldlampje op? Dat is de achterruit‐
verwarming ingeschakeld.
Luchtroosters bedienen
Luchtuitstroomopeningen vóór instellen
& WAARSCHUWING Gevaar van verbran‐
ding en bevriezing door een te geringe
afstand tot de luchtroosters
Uit de luchtroosters kan zeer hete of zeer
koude lucht stromen.
Daardoor kunnen in de directe omgeving van
de luchtroosters verbrandings- of bevriezings‐
verschijnselen voorkomen.
Altijd ervoor zorgen, dat alle inzittenden
#
voldoende afstand houden tot de lucht‐
roosters.
Naar behoefte de luchtstroom naar een
#
ander gebied van het interieur leiden.
Openen of sluiten: De luchtuitstroomope‐
#
ning
1
in het midden
omhoog, omlaag, links- of rechtsom draaien.
Luchtrichting instellen: De luchtuitstroom‐
#
openingen
1
in het midden
en naar boven, beneden, links of rechts zwen‐
ken.
Openen of sluiten: De draaiknop
#
breedteroosters tot de aanslag rechts- of
linksom draaien.
%
Uit de breedteroosters stroomt gekoelde
lucht. Verwarmen is niet mogelijk. De breed‐
teroosters in de zomer alleen tijdens het koe‐
len openen; houd ze gesloten in de winter.
2
vastpakken en
2
vastpakken
1
aan de