Schakelstand begrenzen: Kort aan de stuur‐
#
wielschakelpaddle
1
De automatische transmissie schakelt, afhan‐
kelijk van de actuele versnelling, naar de
eerstvolgende lagere versnelling terug. Tege‐
lijkertijd wordt de schakelstand begrensd.
Op het multifunctioneel display verschijnt de
ingestelde schakelstand. De automatische
transmissie schakelt slechts tot aan de
betreffende versnelling.
De stuurwielschakelpaddle
#
De automatische transmissie wisselt nu in de
schakelstand van waaruit het voertuig goed
kan accelereren of goed op de motor kan
worden afgeremd. Hiertoe schakelt de auto‐
matische transmissie één of meerdere ver‐
snellingen terug en wordt de schakelstand
begrensd.
Op het multifunctioneel display verschijnt de
ingestelde schakelstand. De automatische
transmissie schakelt slechts tot aan de
betreffende versnelling.
%
Als bij een te hoge snelheid aan de stuurwiel‐
schakelpaddle
1
wordt getrokken, schakelt
de automatische transmissie niet terug.
Als het schakelstand begrensd is en het
maximummotortoerental van de begrensde
schakelstand is bereikt, schakelt de automa‐
tische transmissie niet op.
Schakelstand uitbreiden: Kort aan de stuur‐
#
wielschakelpaddle
2
De automatische transmissie schakelt, afhan‐
kelijk van de actuele versnelling, naar de
eerstvolgende hogere versnelling op. Tegelij‐
kertijd wordt daardoor de schakelstand uitge‐
breid.
trekken.
1
vasthouden.
trekken.
Op het multifunctioneel display verschijnt de
ingestelde schakelstand. De automatische
transmissie schakelt slechts tot aan de
betreffende versnelling.
Schakelstand vrijgeven: De stuurwielscha‐
#
kelpaddle
2
vasthouden.
De automatische transmissie schakelt, afhan‐
kelijk van de actuele versnelling, één of meer‐
dere versnellingen op. Tegelijkertijd is de
schakelstandbegrenzing opgeheven en ver‐
schijnt op het multifunctioneel display de
transmissiestand h.
Schakelstand vrijgeven: De stuurwielscha‐
#
kelpaddle
2
vasthouden.
of
de transmissiestand h opnieuw inschakelen
#
(
pagina 130).
→
De automatische transmissie schakelt, afhan‐
kelijk van de actuele versnelling, één of meer‐
dere versnellingen op. Tegelijkertijd is de
schakelstandbegrenzing opgeheven en ver‐
schijnt op het multifunctioneel display de
transmissiestand h.
Schakelstand rijsituaties
3 De remwerking van de motor gebruiken.
2 De remwerking van de motor gebruiken op
hellingen, bij het rijden op steile passen, in
de bergen en onder zware bedrijfsomstan‐
digheden.
1 De remwerking van de motor gebruiken tij‐
dens extreme afdalingen en lange pasritten.
Kickdown gebruiken
Maximaal accelereren: Het gaspedaal tot
#
voorbij het drukpunt indrukken.
Gas terug nemen als de gewenste snelheid is
#
bereikt.
Parkeervergrendeling mechanisch opheffen
(voertuigen met voorwielaandrijving)
%
Voertuigen met automatische transmis‐
sie en voorwielaandrijving: Bij storingen
kan de automatische transmissie in de stand
j geblokkeerd zijn. In dit geval kunt u de
parkeervergrendeling mechanisch opheffen,
bijvoorbeeld om het voertuig te slepen
(
pagina 306).
→
131
Rijden en parkeren