312
Pechhulp
vindt u in de aanvullende handleiding "Zekerin‐
genindeling".
* AANWIJZING Beschadiging of functiesto‐
ring door vochtigheid
Door vochtigheid kunnen functiestoringen of
beschadigingen aan de elektrische installatie
ontstaan.
Bij een geopende zekeringenkast erop
#
letten dat geen vochtigheid in de zeke‐
ringenkasten kan binnendringen.
Bij het sluiten van de zekeringenkast
#
erop letten dat de afdichting van het
deksel correct op de zekeringenkast is
aangebracht.
Als een nieuw aangebrachte zekering opnieuw
doorbrandt, de oorzaak laten vaststellen en ver‐
helpen bij een gekwalificeerde werkplaats.
Voor het vervangen van zekeringen het volgende
controleren:
Het voertuig is beveiligd tegen wegrollen.
R
Alle elektrische verbruikers zijn uitgescha‐
R
keld.
Het contact is uitgeschakeld.
R
De elektrische zekeringen zijn over verschillende
zekeringenkasten verdeeld:
Zekeringenkast in de beenruimte van de bijrij‐
R
der (
pagina 312)
→
Zekeringenkast in stoelconsole van chauf‐
R
feursstoel (
pagina 312)
→
Zekeringenkast in stoelconsole van chauf‐
feursstoel openen
Openen: De sluitingen
#
omlaagdrukken en loshaken.
De afdekking verwijderen.
#
Zekeringenkast in de beenruimte van de bijrij‐
der openen
De afdekking van opbergvak in de beenruimte
#
van de bijrijder ontgrendelen en verwijderen
(
pagina 313).
→
Het inzetstuk
1
met het boordgereedschap
#
verwijderen.
Boordgereedschap
Informatie over het boordgereedschap
Het boordgereedschap bevindt zich in het
opbergvak in de beenruimte aan bijrijderszijde
(
pagina 313).
→
Het boordgereedschap bestaat uit:
een sleepoog
R
een schroevendraaier met Torx-, kruis- en
R
platte bit
Bovendien kan het boordgereedschap bijvoor‐
R
beeld het volgende bevatten:
een steeksleutel
-
een wielsleutel
-
1
van de afdekking