Weergave op het instrumentendisplay
Instrumentendisplay (kleurendisplay)
1
Toegestane snelheid
2
Toegestane snelheid bij beperking
3
Onderbord met beperking
%
Er wordt altijd slechts een van de verkeers‐
borden
1
of
2
in het instrumentendisplay
weergegeven, zo nodig met een onderbord
3. Indien tegelijkertijd twee verkeersborden
worden herkend, verschijnt op het instrumen‐
tendisplay een plusteken naast het verkeers‐
bord, als aanwijzing dat in het navigatiesys‐
teem beide verkeersborden worden weerge‐
geven.
Aangezien de verkeerstekenassistent ook
gebruikmaakt van de gegevens in het navigatie‐
systeem, kan de weergave ook worden geactuali‐
seerd zonder dat verkeerstekens zijn herkend:
Als een andere weg wordt ingeslagen, bijvoor‐
R
beeld bij een snelwegoprit of -afrit
Als een gemeentegrens wordt gepasseerd,
R
die in de digitale kaart is opgeslagen
De verkeerstekenassistent is niet in alle landen
verkrijgbaar. Als hij niet beschikbaar is, verschijnt
de weergave
1
in de snelheidsmeter.
Systeemgrenzen
Het systeem kan in de volgende situaties moge‐
lijk niet correct werken of buiten werking zijn:
Bij slecht zicht, bijvoorbeeld door onvol‐
R
doende verlichting van de weg, bij sterk wis‐
selende schaduwen of door sneeuw, regen,
mist of veel spatwater
Bij verblinding, bijvoorbeeld door tegemoetko‐
R
mend verkeer, directe zonnestraling of door
reflecties
Bij vervuiling van de voorruit in het gebied van
R
de multifunctionele camera of als de camera
beslagen, beschadigd of afgedekt is
Als de verkeerstekens slecht herkenbaar zijn,
R
bijvoorbeeld door verontreiniging, afdekking,
sneeuw of onvoldoende verlichting
Als de informatie in de digitale wegenkaart
R
van het navigatiesysteem onjuist of niet actu‐
eel is
Bij meerdere wegmarkeringen, bijvoorbeeld
R
verkeerstekens bij wegwerkzaamheden of
aangrenzende rijstroken
Verkeerstekenassistent instellen
Multimediasysteem:
©
Instellingen
,
.
tie
Verkeerstekenassist.
.
Herkende verkeerstekens in het mediadisplay
weergeven
Weergave cent. displ.
#
De functie in- of uitschakelen.
#
Het soort waarschuwing instellen
Optisch &
Akoestisch,
#
teren.
Waarschuwingsdrempels instellen
Deze waarde bepaalt, vanaf welke snelheidsover‐
schrijding de waarschuwing plaatsvindt.
Waarschuw.drempel
#
Een snelheid instellen.
#
Dodehoekassistent
Functie van de dodehoekassistent met uit‐
stapwaarschuwing
De dodehoekassistent bewaakt het gebied direct
naast en aan de zijkant achter het voertuig met
twee aan de zijkant geplaatste en naar achteren
gerichte radarsensoren.
171
Rijden en parkeren
Assisten-
.
selecteren.
Optisch
of
Geen
selec‐
selecteren.