®
Bluetooth
in- en uitschakelen
Multimediasysteem:
©
Systeem
,
.
®
Bluetooth
in- of uitschakelen.
#
Wi-Fi
Overzicht Wi-Fi-verbinding
Wi-Fi kan worden gebruikt om een verbinding met
een Wi-Fi-netwerk tot stand te brengen en toe‐
gang tot het internet of andere netwerkappara‐
tuur te verkrijgen.
De volgende verbindingsmogelijkheden zijn
beschikbaar:
Wi-Fi-verbinding
R
De Wi-Fi-verbinding wordt met een Wi-Fi-
apparaat, bijvoorbeeld de mobiele telefoon
van de klant of een tablet-PC, tot stand
gebracht.
Multimediasysteem als Wi-Fi-hotspot
R
Op deze manier kan bijvoorbeeld een tablet-
PC of notebook worden verbonden.
Voor de verbindingsopbouw kunt u deze metho‐
des gebruiken:
WPS PIN
R
De verbinding met een beveiligd Wi-Fi-net‐
werk vindt plaats via een pincode.
WPS PBC
R
De verbinding met een beveiligd Wi-Fi-net‐
werk vindt plaats met de druk op een toets
(Pushbutton).
Beveiligingssleutel
R
De verbinding met een beveiligd Wi-Fi-net‐
werk vindt plaats via een beveiligingssleutel.
Wi-Fi instellen
Voorwaarden
Het te verbinden apparaat moet een van de
R
drie beschreven verbindingssoorten onder‐
steunen.
Multimediasysteem:
©
Instellingen
,
.
teem)
Wi-Fi & Bluetooth
.
Wi-Fi in-/uitschakelen
Wi-Fi
in- of uitschakelen.
#
Als
Wi-Fi
is uitgeschakeld, is de communicatie
via Wi-Fi met alle apparatuur onderbroken. Er
kan ook geen verbinding met de communica‐
Wi-Fi & Bluetooth
.
System
(Sys‐
.
MBUX multimediasysteem
tiemodule worden gemaakt. Sommige func‐
ties, zoals bijvoorbeeld de dynamische route‐
begeleiding met Live Traffic Information, zijn
dan niet beschikbaar.
Het multimediasysteem via Wi-Fi met een
nieuw apparaat verbinden
Als geen communicatiemodule is gemonteerd, is
deze functie beschikbaar.
Het type verbindingsopbouw moet op het multi‐
mediasysteem en op het te verbinden apparaat
zijn geselecteerd.
%
Het verbindingsverloop kan afhankelijk van
het apparaat afwijken. De aanwijzingen vol‐
gen die op de displays worden weergegeven.
Meer informatie (zie de handleiding van het
voertuig).
Internetinstellingen
#
Verbinden via Wi-Fi
#
Hotspot toevoegen
#
Via beveiligingssleutel verbinden
De opties r van het gewenste Wi-Fi-net‐
#
werk selecteren.
Verbinden via beveiligingssleutel
#
Op het te verbinden apparaat de beveiligings‐
#
sleutel laten weergeven (zie de handleiding
van de fabrikant).
Deze beveiligingssleutel bij het multimedia‐
#
systeem invoeren.
De invoer met ¡ bevestigen.
#
%
De verbindingssoort via een beveiligingssleu‐
tel ondersteunt alle apparatuur.
Via WPS-PIN verbinden
De opties r van het gewenste Wi-Fi-net‐
#
werk selecteren.
Via WPS PIN Invoer verbinden
#
Het multimediasysteem genereert een pin‐
code met acht tekens.
Deze pincode bij het te verbinden apparaat
#
invoeren.
De invoer bevestigen.
#
Via een druk op de toets verbinden
De opties r van het gewenste Wi-Fi-net‐
#
werk selecteren.
Via WPS PBC verbinden
#
Bij het te verbinden apparaat in de optie "Via
#
WPS PBC verbinden" selecteren (zie de hand‐
leiding van de fabrikant).
215
selecteren.
selecteren.
selecteren.
selecteren.
selecteren.
selecteren.