Advertenties
De volgende aanwijzingen in acht nemen:
Aanwijzingen met betrekking tot rei‐
niging en verzorging
Lak
Dode insecten: Met insectenverwij‐
R
deraar inweken en vervolgens
afspoelen.
Vogeluitwerpselen: Met water inwe‐
R
ken en vervolgens afspoelen.
Koelvloeistof, boomhars, olie, brand‐
R
stof en vet: Met een in wasbenzine of
aanstekervloeistof gedrenkte doek
met licht wrijven verwijderen.
Remvloeistof: Met water afwassen.
R
Teerspatten: Teerverwijderingsmid‐
R
del gebruiken.
Wax: Siliconenverwijderaar gebrui‐
R
ken.
Matte lak
Alleen door Mercedes-Benz goedge‐
R
keurde verzorgingsmiddelen gebrui‐
ken.
Aanwijzingen met betrekking tot de verzor‐
ging van onderdelen van het voertuig
& WAARSCHUWING Inklemgevaar door
ingeschakelde ruitenwissers bij het reini‐
gen van de voorruit
Als de ruitenwissers zich tijdens het reinigen
van de voorruit of van de ruitenwisserbladen
in beweging zetten, kunt u bekneld raken.
Alvorens de voorruit of de ruitenwisser‐
#
bladen te reinigen, altijd de ruitenwis‐
sers en het contact uitschakelen.
& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐
wonden door uitlaateindpijpen en uitlaat‐
sierstukken
Uitlaateindpijpen en uitlaatsierstukken kun‐
nen zeer heet zijn. Als deze onderdelen van
Onderhoud en verzorging
Voorkomen van beschadigingen van
de lak
Geen stickers, folie of iets dergelijks
R
aanbrengen.
Vervuiling indien mogelijk direct ver‐
R
wijderen.
Het voertuig en de lichtmetalen vel‐
R
gen niet poetsen.
In wasstraten geen wasprogramma's
R
met een aansluitende behandeling
met hete wax gebruiken.
Geen cleaner, schuur-/poetsproduc‐
R
ten, glansconserveringsmiddel, bij‐
voorbeeld wax, gebruiken.
Lakwerkzaamheden uitsluitend laten
R
uitvoeren bij een gekwalificeerde
werkplaats.
de auto worden aangeraakt, kunt u zich bran‐
den.
In de omgeving van de uitlaateindpijpen
#
en uitlaatsierstukken altijd bijzonder
voorzichtig zijn en in deze omgeving in
het bijzonder kinderen in de gaten hou‐
den.
Onderdelen van de auto laten afkoelen
#
alvorens ze aan te raken.
291
Advertenties
