SQL SELECT
SQL SELECT selecteert tabelregels en brengt ze over naar de result-set.
De SQL-server slaat de gegevens regelgewijs op in de result-set. De
regels worden vanaf 0 doorlopend genummerd. Dit regelnummer, de
INDEX, wordt bij de SQL-commando's Fetch en Update gebruikt.
Bij de optie SQL SELECT...WHERE... geeft u de selectiecriteria op.
Daarmee kan het aantal over te brengen regels worden beperkt. Als
deze optie niet wordt gebruikt, worden alle regels van de tabel
geladen.
Bij de optie SQL SELECT...ORDER BY... voert u het sorteercriterium in.
Het bestaat uit de kolomaanduiding en het sleutelwoord voor
oplopend/aflopend sorteren. Wanneer u deze optie niet gebruikt,
worden de regels in een willekeurige volgorde opgeslagen.
Met de optie SQL SELCT...FOR UPDATE blokkeert u de geselecteerde
regels voor andere applicaties. In andere applicaties kunnen deze
regels nog steeds worden gelezen, maar niet worden gewijzigd.
Gebruik deze optie beslist wanneer u de tabelgegevens wilt wijzigen.
Lege result-set: als er geen regels zijn die aan het selectiecriterium
voldoen, levert de SQL-server een geldige handle maar geen
tabelgegevens.
428
10 Programmeren: Q-parameters