Veiligheidsafstand Q200 (incrementeel): afstand
gereedschapspunt (startpositie) – werkstukoppervlak
Boordiepte Q201 (incrementeel): afstand
werkstukoppervlak – einde van de draad
Spoed Q239
spoed van de draad. Het voorteken legt rechtse of
linkse draad vast:
+= rechtse draad
–= linkse draad
Coörd. werkstukoppervlak Q203 (absoluut):
coördinaat werkstukoppervlak
2e veiligheidsafstand Q204 (incrementeel):
coördinaat spilas waarin een botsing tussen het
gereedschap en het werkstuk (spanmiddel)
uitgesloten is
Terugtrekken bij programma-onderbreking
Als tijdens het schroefdraad snijden de externe stoptoets wordt
ingedrukt, toont de TNC de softkey HANDMATIG TERUGTREKKEN.
Wanneer HANDMATIG TERUGTREKKEN wordt ingedrukt, kan het
gereedschap gestuurd worden teruggetrokken. Druk daarvoor op de
positieve asrichtingstoets van de actieve spilas.
248
Voorbeeld: NC-regels
26 CYCL DEF 207 SCHR. TAPPEN GS NIEUW
Q200=2
;VEILIGHEIDSAFST.
Q201=-20 ;DIEPTE
Q239=+1
;SPOED
Q203=+25 ;COÖR. OPPERVLAKTE
Q204=50
;2E VEILIGHEIDSAFST.
8 Programmeren: cycli