Via machineparameter displayDepthErr kunt u instellen of
de TNC bij de invoer van een positieve diepte een
foutmelding moet geven (on) of niet (off).
Let op: botsingsgevaar!
Houd er rekening mee dat de TNC bij een positief
ingevoerde diepte de berekening van de voorpositie
omkeert. Het gereedschap verplaatst zich dus in de
gereedschapsas met ijlgang naar de veiligheidsafstand
onder het werkstukoppervlak!
Veiligheidsafstand Q200 (incrementeel): afstand
gereedschapspunt – werkstukoppervlak
Diepte Q201 (incrementeel): afstand
werkstukoppervlak – bodem van de sleuf
Aanzet frezen Q207: verplaatsingssnelheid van het
gereedschap bij frezen in mm/min
Diepte-instelling Q202 (incrementeel): maat
waarmee het gereedschap bij een pendelende
beweging in de spilas in totaal wordt verplaatst
Bewerkingsomvang (0/1/2) Q215: bewerkingsomvang
vastleggen:
0: voor- en nabewerken
1: alleen voorbewerken
2: alleen nabewerken
Coörd. werkstukoppervlak Q203 (absoluut):
coördinaat van het werkstukoppervlak
2e veiligheidsafstand Q204 (incrementeel):
Z-coördinaat waarin een botsing tussen het
gereedschap en het werkstuk (spanmiddel)
uitgesloten is
Midden 1e as Q216 (absoluut): midden van de sleuf in
de hoofdas van het bewerkingsvlak
Midden 2e as Q217 (absoluut): midden van de sleuf in
de nevenas van het bewerkingsvlak
Diameter steekcirkel Q244: diameter van de
steekcirkel invoeren
Lengte van de 2e zijde Q219: breedte van de sleuf
invoeren; wanneer de sleufbreedte gelijk is aan de
diameter van het gereedschap, dan voert de TNC
alleen een voorbewerking uit (spiebaan frezen)
Starthoek Q245 (absoluut): poolhoek van het
startpunt invoeren
HEIDENHAIN TNC 620
291