Openingshoek van de sleuf Q248 (incrementeel):
openingshoek van de sleuf invoeren
Verplaatsing nabewerken Q338 (incrementeel): maat
waarmee het gereedschap bij de nabewerking in de
spilas wordt verplaatst. Q338=0: nabewerken in een
verplaatsing
Aanzet diepteverplaatsing Q206:
verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het
verplaatsen naar diepte in mm/min. Alleen actief bij
het nabewerken, indien verplaatsing nabewerken
ingevoerd is
292
Voorbeeld: NC-regels
52 CYCL DEF 211 RONDE SLEUF
Q200=2
;VEILIGHEIDSAFST.
Q201=-20 ;DIEPTE
Q207=500 ;AANZET FREZEN
Q202=5
;DIEPTE-INSTELLING
Q215=0
;BEWERKINGSOMVANG
Q203=+30 ;COÖR. OPPERVLAKTE
Q204=50
;2E VEILIGHEIDSAFST.
Q216=+50 ;MIDDEN 1E AS
Q217=+50 ;MIDDEN 2E AS
Q244=80
;DIAM. STEEKCIRKEL
Q219=12
;LENGTE 2E ZIJDE
Q245=+45 ;STARTHOEK
Q248=90
;OPENINGSHOEK
Q338=5
;VERPL. NABEWERKEN
Q206=150 ;AANZET DIEPTEVERPL.
8 Programmeren: cycli