Willekeurige binnenkomst in het programma
(regelsprong)
De functie SPRONG NAAR REGEL moet door de
machinefabrikant vrijgegeven en aangepast worden.
Raadpleeg uw machinehandboek.
Met de functie SPRONG NAAR REGEL (regelsprong) kan een
bewerkingsprogramma vanaf een vrij te kiezen regel N afgewerkt
worden. De werkstukbewerking tot aan deze regel wordt door de TNC
meeberekend. De TNC kan de bewerking grafisch weergeven.
Wanneer u een programma met een INTERNE STOP hebt afgebroken,
biedt de TNC automatisch regel N waarin het programma afgebroken
werd, als startpunt aan.
De regelsprong mag niet in een subprogramma beginnen.
Alle benodigde programma's, tabellen en palletbestanden
moeten in een programma-uitvoering-werkstand gekozen
zijn (status M).
Als het programma tot het einde van de regelsprong een
geprogrammeerde onderbreking bevat, wordt daar de
regelsprong onderbroken. Om de regelsprong voort te
zetten, moet de externe START-toets ingedrukt worden.
Tijdens de regelsprong zijn oproepen door de operator niet
mogelijk.
Na een regelsprong wordt het gereedschap met de functie
POSITIE BENADEREN naar de bepaalde positie verplaatst.
De gereedschapslengtecorrectie wordt pas actief na de
gereedschapsoproep gevolgd door een positioneerregel.
Dit geldt ook als u alleen de gereedschapslengte hebt
gewijzigd.
Alle tastcycli worden bij een regelsprong door de TNC
overgeslagen. Resultaatparameters die door deze cycli
worden beschreven, bevatten dan eventueel geen
waarden.
De regelsprong mag niet worden gebruikt wanneer na een
gereedschapswissel in het bewerkingsprogramma:
het programma in een FK-reeks wordt gestart
het stretch-filter actief is
de palletbewerking wordt gebruikt
het programma bij een schroefdraadcyclus (cyclus 17,
18, 19, 206, 207 en 209) of bij de volgende
programmaregel wordt gestart
de tastcycli 0, 1 en 3 voorafgaand aan de
programmastart worden gebruikt
476
11 Programmatest en programma-uitvoering