Basisberekeningen programmeren
Voorbeeld:
Q-parameterfuncties kiezen: toets Q indrukken
Wiskundige basisfuncties kiezen: softkey
BASISFUNCT. indrukken
Q-parameterfunctie TOEWIJZING kiezen: softkey
FN0 X = Y indrukken
PARAMETERNR. VOOR RESULTAAT?
Nummer van de Q-parameter invoeren: 5
5
1. WAARDE OF PARAMETER?
10
Aan Q5 de getalwaarde 10 toewijzen
Q-parameterfuncties kiezen: toets Q indrukken
Wiskundige basisfuncties kiezen: softkey
BASISFUNCT. indrukken
Q-parameterfunctie VERMENIGVULDIGEN kiezen:
softkey FN3 X * Y indrukken
PARAMETERNR. VOOR RESULTAAT?
12
Nummer van de Q-parameter invoeren: 12
1. WAARDE OF PARAMETER?
Q5
Q5 als eerste waarde invoeren
2. WAARDE OF PARAMETER?
7
7 als tweede waarde invoeren
394
Voorbeeld: Programmaregels in de TNC
16 FN0: Q5 = +10
17 FN3: Q12 = +Q5 * +7
10 Programmeren: Q-parameters