SCHROEFDRAAD FREZEN MET VERZINKEN EN
VOORBOREN (cyclus 264, software-optie
Advanced programming features)
1 De TNC positioneert het gereedschap in de spilas in ijlgang FMAX
naar de ingevoerde veiligheidsafstand boven het
werkstukoppervlak
Boren
2 Het gereedschap boort met de ingevoerde aanzet
diepteverplaatsing tot de eerste diepte-instelling
3 Indien spaanbreken is ingevoerd, trekt de TNC het gereedschap
met de ingevoerde terugtrekwaarde terug. Wanneer zonder
spaanbreken wordt gewerkt, dan trekt de TNC het gereedschap
met ijlgang naar de veiligheidsafstand terug en verplaatst
aansluitend met FMAX naar de ingevoerde voorstopafstand boven
de eerste diepte-instelling
4 Aansluitend boort het gereedschap met aanzet naar de volgende
diepte-instelling
5 De TNC herhaalt dit proces (2 t/m 4) totdat de boordiepte is bereikt
Verzinken aan kopvlakzijde
6 Het gereedschap verplaatst zich met aanzet voorpositioneren naar
de verzinkingsdiepte aan kopvlakzijde
7 De TNC positioneert het gereedschap ongecorrigeerd vanuit het
midden via een halve cirkel naar de verspringing aan kopvlakzijde,
en voert een cirkelbeweging met aanzet vrijloop uit
8 Aansluitend verplaatst de TNC het gereedschap weer via een halve
cirkel naar het midden van de boring
Schroefdraad frezen
9 De TNC verplaatst het gereedschap met de geprogrammeerde
aanzet voorpositioneren naar het startniveau voor de schroefdraad
dat volgt uit het voorteken van de spoed en de freeswijze
10 Het gereedschap verplaatst zich vervolgens tangentieel in een
helixbeweging naar de nominale schroefdraaddiameter en freest
met een 360°-schroeflijnbeweging de schroefdraad
11 Vervolgens verplaatst het gereedschap zich tangentieel van de
contour weg, terug naar het startpunt in het bewerkingsvlak
260
8 Programmeren: cycli