HELIX-SCHROEFDRAAD FREZEN MET
VERZINKEN (cyclus 265, software-optie
Advanced programming features)
1 De TNC positioneert het gereedschap in de spilas in ijlgang FMAX
naar de ingevoerde veiligheidsafstand boven het
werkstukoppervlak
Verzinken aan kopvlakzijde
2 Bij het verzinken vóór de bewerking van de schroefdraad verplaatst
het gereedschap zich met aanzet vrijloop naar de verzinkingsdiepte
aan kopvlakzijde. Bij het verzinken na de bewerking van de
schroefdraad verplaatst de TNC het gereedschap met aanzet
voorpositioneren naar de verzinkingsdiepte
3 De TNC positioneert het gereedschap ongecorrigeerd vanuit het
midden via een halve cirkel naar de verspringing aan kopvlakzijde,
en voert een cirkelbeweging met aanzet vrijloop uit
4 Aansluitend verplaatst de TNC het gereedschap weer via een halve
cirkel naar het midden van de boring
Schroefdraad frezen
5 De TNC verplaatst het gereedschap met de geprogrammeerde
aanzet voorpositioneren naar het startniveau voor de schroefdraad
6 Het gereedschap verplaatst zich vervolgens tangentieel in een
helixbeweging naar de nominale schroefdraaddiameter
7 De TNC verplaatst het gereedschap via een continue schroeflijn
naar beneden, totdat de draaddiepte bereikt is
8 Vervolgens verplaatst het gereedschap zich tangentieel van de
contour weg, terug naar het startpunt in het bewerkingsvlak
9 Aan het einde van de cyclus verplaatst de TNC het gereedschap
met ijlgang naar de veiligheidsafstand of – indien ingevoerd – naar
de 2e veiligheidsafstand
Let vóór het programmeren op het volgende
Positioneerregel naar het startpunt (midden van de boring)
van het bewerkingsvlak met radiuscorrectie R0
programmeren.
De voortekens van de cyclusparameters draaddiepte of
diepte aan kopvlakzijde bepalen de werkrichting. De
werkrichting wordt in onderstaande volgorde bepaald:
1. Draaddiepte
2. Diepte kopvlakzijde
Als voor een van de diepteparameters 0 wordt gekozen,
voert de TNC deze bewerkingsstap niet uit.
Wanneer u de draaddiepte wijzigt, verandert de TNC
automatisch het startpunt voor de helixbeweging.
De freeswijze (tegen-/meelopend) wordt bepaald door de
schroefdraad (rechtse/linkse draad) en de rotatierichting
van het gereedschap, omdat alleen de werkrichting van
het werkstukoppervlak in het materiaal mogelijk is.
264
8 Programmeren: cycli