11.2 Onbewerkt werkstuk in het
werkbereik weergeven
(software-optie
Advanced graphic features)
Toepassing
In de werkstand Programmatest kan de positie van het onbewerkte
werkstuk resp. referentiepunt in het werkbereik van de machine
grafisch gecontroleerd en de bewaking van het werkbereik in de
werkstand Programmatest geactiveerd worden (met software-optie
Advanced graphic features): Druk daarvoor de softkey ONBEW.
WERKSTUK IN WERKBEREIK in. Met de softkey SW-eindschak. bewak.
(tweede softwarebalk) kunt u de functie activeren resp. deactiveren.
Een ander transparant rechthoekig blok stelt het onbewerkte
werkstuk voor, waarvan de afmetingen in de tabel BLK FORM zijn
vermeld. De TNC ontleent de afmetingen aan de definitie van het
onbewerkte werkstuk van het geselecteerde programma. Het
rechthoekige blok van het onbewerkte werkstuk definieert het invoer-
coördinatensysteem, waarvan het nulpunt zich in het rechthoekige
blok van het verplaatsingsbereik bevindt.
Waar het onbewerkte werkstuk zich in het werkbereik bevindt, is
normaal gesproken voor de programmatest niet van belang. Wanneer
u echter de bewaking van het werkbereik activeert, moet u het
onbewerkte werkstuk "grafisch" zo verschuiven dat het binnen het
werkbereik ligt. Maak hiervoor gebruik van de softkeys in de tabel.
U kunt bovendien het actuele referentiepunt voor de werkstand
Programmatest activeren (zie volgende tabel, laatste regel).
Functie
Onbewerkt werkstuk in positieve/negatieve
X-richting verschuiven
Onbewerkt werkstuk in positieve/negatieve
Y-richting verschuiven
Onbewerkt werkstuk in positieve/negatieve
Z-richting verschuiven
Onbewerkt werkstuk gerelateerd aan het
vastgelegde referentiepunt tonen
Bewakingsfunctie in- resp. uitschakelen
HEIDENHAIN TNC 620
Softkeys
467