CILINDERMANTEL damfrezen (cyclus 29,
software-optie 1)
Machine en TNC moeten door de machinefabrikant
voorbereid zijn.
Let vóór het programmeren op het volgende:
Programma-instellingen voor cycli voor
cilindermantelbewerking (zie bladzijde 318)
Met deze cyclus kan een op de uitslag gedefinieerde dam op de
mantel van een cilinder worden overgebracht. De TNC stelt het
gereedschap bij deze cyclus zo in, dat de wanden bij een actieve
radiuscorrectie altijd parallel aan elkaar lopen. Programmeer de
middelpuntsbaan van de dam met opgave van de
gereedschapsradiuscorrectie. Via de radiuscorrectie kan worden
bepaald of de TNC de dam meelopend of tegenlopend freest.
Aan de uiteinden van de dam voegt de TNC in principe altijd een halve
cirkel toe, waarvan de radius gelijk is aan de halve breedte van de dam.
1 De TNC positioneert het gereedschap boven het startpunt van de
bewerking. De TNC berekent het startpunt uit de breedte van de
dam en de diameter van het gereedschap. Het startpunt ligt op een
afstand van de halve breedte van de dam plus de diameter van het
gereedschap versprongen naast het eerste in het contour-
subprogramma gedefinieerde punt. De radiuscorrectie bepaalt of
links (1, RL=meelopend) of rechts van de dam (2,
RR=tegenlopend) wordt gestart
2 Nadat de TNC naar de eerste diepte-instelling heeft
gepositioneerd, benadert het gereedschap op een cirkelboog met
freesaanzet Q12 tangentieel de wand van de dam. Eventueel
wordt rekening gehouden met de overmaat voor kantnabewerking
3 Bij de eerste diepte-instelling freest het gereedschap met
freesaanzet Q12 langs de wand van de dam totdat de tap helemaal
is voltooid
4 Daarna verplaatst het gereedschap zich tangentieel van de wand
van de dam af, terug naar het startpunt van de bewerking
5 De stappen 2 t/m 4 worden herhaald totdat de geprogrammeerde
freesdiepte Q1 is bereikt
6 Ten slotte verplaatst het gereedschap zich in de gereedschapsas
terug naar veilige hoogte, of naar de laatste vóór de cyclus
geprogrammeerde positie
HEIDENHAIN TNC 620
323