13.1 Machinespecifieke
gebruikerparameters
Toepassing
Om de gebruiker in staat te stellen machinespecifieke functies in te
stellen, kan uw machinefabrikant vastleggen welke
machineparameters als gebruikerparameters beschikbaar zijn.
Bovendien kan uw machinefabrikant extra machineparameters in de
TNC opnemen die verderop niet worden beschreven.
Raadpleeg uw machinehandboek.
Wanneer u zich in de configuratie-editor voor de
gebruikerparameters bevindt, kunt u de weergave van de
beschikbare parameters wijzigen. Bij de
standaardinstelling worden de parameters met korte
verklarende teksten getoond. Om de werkelijke
systeemnamen van de parameters te laten weergeven,
drukt u op de toets voor de beeldschermindeling en daarna
op de softkey SYSTEEMNAMEN TONEN. Ga op dezelfde
manier te werk om weer terug te keren naar de
standaardweergave.
De parameterwaarden worden via de zogenoemde configuratie-
editor ingevoerd.
Ieder parameterobject heeft een naam (bijv. CfgDisplayLanguage),
waarmee de functie van de onderliggende parameter wordt verklaard.
Met het oog op unieke identificatie heeft elk object een zogenoemde
key.
502
13 Tabellen en overzichten