Netwerkadres van de besturing configureren
Sluit de TNC (aansluiting X26) aan op het netwerk of een pc
Selecteer bij Bestandsbeheer (PGM MGT) de softkey Netwerk.
Druk op de MOD-toets. Voer daarna het sleutelgetal NET123 in.
Druk op de softkey NETWERK CONFIGUREREN om de algemene
netwerkinstellingen (zie afbeelding rechts in het midden) in te
voeren.
Het dialoogvenster voor de netwerkconfiguratie wordt geopend
Instelling
Betekenis
HOSTNAME
Onder deze naam meldt de besturing zich aan
bij het netwerk. Wanneer u een hostname-
server gebruikt, moet u hiervoor de fully
qualified hostnaam invoeren. Als u hier geen
naam invoert, gebruikt de besturing de
zogenoemde NUL-authenticatie.
DHCP
DHCP = Dynamic Host Configuration Protocol
Wanneer u in het dropdown-menu JA instelt,
dan krijgt de besturing het netwerkadres (IP-
adres), het subnetmasker, de standaardrouter
en een eventueel vereist broadcastadres
automatisch van een DHCP-server die zich in
het netwerk bevindt. De DHCP-server
identificeert de besturing op basis van de
hostnaam. Het netwerk in uw bedrijf moet voor
deze functie voorbereid zijn. Neem contact op
met uw netwerkbeheerder.
IP-ADDRESS
Netwerkadres van de besturing: in elk van de
vier naast elkaar geplaatste invoervelden
kunnen telkens drie posities van het IP-adres
worden ingevoerd. Met de ENT-toets springt u
naar het volgende veld. Het netwerkadres van
de besturing wordt door uw netwerkspecialist
toegekend.
SUBNET-MASK
Dient om onderscheid te maken tussen de
netwerk-ID en de host-ID van het netwerk: het
subnetmasker van de besturing wordt door uw
netwerkspecialist toegekend.
BROADCAST
Broadcastadres van de besturing; is alleen
noodzakelijk wanneer u van de
standaardinstelling afwijkt. De
standaardinstelling wordt door de netwerk- en
host-ID gevormd, waarbij alle bits op 1 zijn
ingesteld
ROUTER
Netwerkadres standaardrouter: dit hoeft alleen
te worden opgegeven wanneer uw netwerk uit
meerdere deelnetten bestaat die via een router
met elkaar zijn verbonden.
496
12 MOD-functies