6.3 Contour benaderen en verlaten
Overzicht: baanvormen voor het benaderen en
verlaten van de contour
De functies APPR (Engels: approach = benaderen) en DEP (Engels:
departure = verlaten) worden met de APPR/DEP-toets geactiveerd.
Daarna kunnen de onderstaande baanvormen via softkeys worden
gekozen:
Functie
Rechte met tangentiële aansluiting
Rechte loodrecht op het contourpunt
Cirkelbaan met tangentiële aansluiting
Cirkelbaan met tangentiële aansluiting
op de contour, benaderen en verlaten
van een hulppunt buiten de contour op
een tangentieel aansluitende rechte
Schroeflijn benaderen en verlaten
Bij het benaderen en verlaten van een schroeflijn (helix) verplaatst het
gereedschap zich in het verlengde van de schroeflijn en sluit zo via een
tangentiële cirkelbaan op de contour aan. Gebruik hiervoor de functie
APPR CT of DEP CT.
150
Benaderen
Verlaten
6 Programmeren: contouren programmeren