Belangrijke posities bij het benaderen en
verlaten
Startpunt P
S
Deze positie moet direct vóór de APPR-regel worden
geprogrammeerd. P
ligt buiten de contour en moet zonder
s
radiuscorrectie (R0) worden benaderd.
Hulppunt P
H
Het benaderen en verlaten gaat bij sommige baanvormen via een
hulppunt P
, dat de TNC uit gegevens in de APPR- en DEP-regel
H
berekent. De TNC verplaatst zich van de actuele positie naar het
hulppunt P
met de laatst geprogrammeerde aanzet. Wanneer u in
H
de laatste positioneerregel vóór de benaderingsfunctie FMAX
(positioneren met ijlgang) hebt geprogrammeerd, benadert de TNC
ook het hulppunt P
met ijlgang.
H
Eerste contourpunt P
en laatste contourpunt P
A
Het eerste contourpunt P
A
regel, het laatste contourpunt P
Wanneer de APPR-regel ook de Z-coördinaat bevat, verplaatst de
TNC het gereedschap eerst in het bewerkingsvlak naar P
vervolgens in de gereedschapsas naar de ingevoerde diepte.
Eindpunt P
N
De positie P
ligt buiten de contour en volgt uit de gegevens in de
N
DEP-regel. Wanneer de DEP-regel ook de Z-coördinaat bevat,
verplaatst de TNC het gereedschap eerst in het bewerkingsvlak naar
P
en vervolgens in de gereedschapsas naar de ingevoerde hoogte.
H
Korte omschrijving
Betekenis
APPR
Engels APPRoach = benaderen
DEP
Engels DEParture = verlaten
L
Engels Line = rechte
C
Engels Circle = cirkel
T
Tangentieel (geleidelijke, soepele
overgang)
N
Normaal (loodrecht)
Bij het positioneren van de actuele positie naar hulppunt
P
controleert de TNC niet of de geprogrammeerde
H
contour beschadigd wordt. Controleer dit met behulp van
de grafische testweergave!
Bij de functies APPR LT, APPR LN en APPR CT verplaatst
de TNC zich van de actuele positie naar hulppunt P
de laatst geprogrammeerde aanzet/ijlgang. Bij de functie
APPR LCT benadert de TNC hulppunt P
APPR-regel geprogrammeerde aanzet. Wanneer vóór de
startregel nog geen aanzet geprogrammeerd is, geeft de
TNC een foutmelding.
HEIDENHAIN TNC 620
E
wordt geprogrammeerd in de APPR-
met een willekeurige baanfunctie.
E
met de in de
H
en
H
met
H
151