Wanneer u de positie van het bewerkingsvlak via ruimtelijke hoeken
programmeert, berekent de TNC automatisch de daarvoor benodigde
hoekposities van de zwenkassen en legt deze in de parameters Q120
(A-as) t/m Q122 (C-as) vast. Als er twee oplossingen mogelijk zijn,
kiest de TNC – op basis van de nulpositie van de rotatie-assen – de
kortste weg.
De volgorde van de rotaties voor de berekening van de positie van het
vlak is vastgelegd: eerst roteert de TNC de A-as, vervolgens de B-as
en als laatste de C-as.
Cyclus 19 werkt vanaf de definitie in het programma. Zodra een as in
het gezwenkte systeem wordt verplaatst, werkt de correctie voor
deze as. Wanneer de correctie in alle assen moet worden verrekend,
dan moeten alle assen verplaatst worden.
Indien de functie Zwenken programma-uitvoering in de werkstand
Handbediening op Actief gezet is (zie "Bewerkingsvlak zwenken
(software-optie 1)", bladzijde 62), wordt de in dit menu ingevoerde
hoekwaarde van cyclus 19 BEWERKINGSVLAK overschreven.
Rotatie-as en -hoek?: rotatie-as met bijbehorende
rotatiehoek invoeren; de rotatie-assen A, B en C via
softkeys programmeren
Omdat niet-geprogrammeerde presetwaarden van rotatie-
assen in principe altijd als ongewijzigde waarden worden
beschouwd, moet u altijd alle drie de ruimtelijke hoeken
definiëren, ook als één of meerdere hoeken gelijk zijn
aan 0.
Wanneer de TNC de rotatie-assen automatisch positioneert, dan
kunnen onderstaande parameters nog worden ingevoerd
Aanzet? F=: verplaatsingssnelheid van de rotatie-as bij
automatisch positioneren
Veiligheidsafstand? (incrementeel): de TNC
positioneert de zwenkkop zo, dat de positie die uit de
verlenging van het gereedschap met de
veiligheidsafstand volgt, ten opzichte van het
werkstuk niet verandert
HEIDENHAIN TNC 620
359