NABEWERKEN ZIJKANT (cyclus 24, software-
optie Advanced programming features)
De TNC verplaatst het gereedschap via een cirkelbaan tangentieel
naar de deelcontouren. Elke deelcontour wordt afzonderlijk
nabewerkt.
Let vóór het programmeren op het volgende
De som van overmaat voor kantnabewerking (Q14) en
radius van het nabewerkingsgereedschap moet kleiner
zijn dan de som van overmaat voor kantnabewerking (Q3,
cyclus 20) en radius ruimgereedschap.
Wanneer cyclus 24 wordt uitgevoerd zonder dat daarvoor
met cyclus 22 geruimd is, dan geldt de hierboven
geformuleerde berekening eveneens; de radius van het
ruimgereedschap heeft dan de waarde "0".
De TNC bepaalt automatisch het startpunt voor de
nabewerking. Het startpunt is afhankelijk van de ruimte in
de kamer en de in cyclus 20 geprogrammeerde overmaat.
Rotatierichting? Met de klok mee = –1 Q9:
Bewerkingsrichting:
+1:rotatie tegen de klok in
–1:rotatie met de klok mee
Diepte-instelling Q10 (incrementeel): maat
waarmee het gereedschap telkens wordt verplaatst
Aanzet diepteverplaatsing Q11: insteekaanzet
Aanzet ruimen Q12: freesaanzet
Overmaat voor kantnabewerking Q14 (incrementeel):
overmaat voor meerdere keren nabewerken; het
laatste nabewerkingsrestant wordt geruimd wanneer
Q14 = 0 wordt ingevoerd
HEIDENHAIN TNC 620
Voorbeeld: NC-regels
61 CYCL DEF 24 NABEWERKEN ZIJKANT
Q9=+1
;ROTATIERICHTING
Q10=+5
;DIEPTE-INSTELLING
Q11=100
;AANZET DIEPTEVERPL.
Q12=350
;AANZET RUIMEN
Q14=+0
;OVERMAAT ZIJKANT
315