Bewerkingsprogramma uitvoeren
Voorbereiding
1 Werkstuk op de machinetafel opspannen
2 Referentiepunt vastleggen
3 Benodigde tabellen en palletbestanden selecteren (status M)
4 Bewerkingsprogramma selecteren (status M)
Aanzet en spiltoerental kunnen met de override-
draaiknoppen gewijzigd worden.
Met de softkey FMAX kan de ijlgangsnelheid worden
gereduceerd, wanneer u het NC-programma wilt starten.
De ingevoerde waarde is ook na het uit- /inschakelen van
de machine actief. Om de oorspronkelijke ijlgangsnelheid
te herstellen, moet de desbetreffende getalwaarde weer
worden ingevoerd.
Automatische programma-uitvoering
Bewerkingsprogramma met externe START-toets starten
Programma-uitvoering regel voor regel
Elke regel van het bewerkingsprogramma met de externe START-
toets afzonderlijk starten
Bewerking onderbreken
De programma-uitvoering kan op verschillende manieren onderbroken
worden:
Geprogrammeerde onderbrekingen
Externe STOP-toets
Wanneer de TNC tijdens de programma-uitvoering een fout
registreert, dan wordt de bewerking automatisch onderbroken.
Geprogrammeerde onderbrekingen
Onderbrekingen kunnen direct in het bewerkingsprogramma worden
vastgelegd. De TNC onderbreekt de programma-uitvoering zodra het
bewerkingsprogramma tot en met de regel is uitgevoerd die een van
de onderstaande gegevens bevat:
STOP (met en zonder additionele functie)
Additionele functie M0, M2 of M30
Additionele functie M6 (wordt door de machinefabrikant vastgelegd)
HEIDENHAIN TNC 620
473