10.2 Productfamilies – Q-parameters
in plaats van getalwaarden
Met de Q-parameterfunctie FN0: TOEWIJZING worden aan de Q-
parameters getalwaarden toegewezen. In plaats van een getalwaarde
wordt dan in het bewerkingsprogramma een Q-parameter toegepast.
NC-voorbeeldregels
15 FNO: Q10=25
...
25
L X +Q10
Voor productfamilies worden bijv. karakteristieke afmetingen van het
werkstuk als Q-parameters geprogrammeerd.
Voor de bewerking van de afzonderlijke producten kan dan aan elke
van deze parameters een andere getalwaarde worden toegewezen.
Voorbeeld
Cilinder met Q-parameters
Cilinderradius
Cilinderhoogte
Cilinder Z1
Cilinder Z2
392
Toewijzing
Q10 krijgt de waarde 25
komt overeen met L X +25
R = Q1
H = Q2
Q1 = +30
Q2 = +10
Q1 = +10
Q2 = +50
10 Programmeren: Q-parameters