Voorbeeld: regelformaat met vlaknormaalvectoren en
gereedschapsoriëntatie
LN X+31,737 Y+21,954 Z+33,165
NX+0,2637581 NY+0,0078922 NZ–0,8764339
TX+0,0078922 TY–0,8764339 TZ+0,2590319 F1000 M128
Rechte met 3D-correctie
LN:
Gecorrigeerde coördinaten van eindpunt rechte
X, Y, Z:
NX, NY, NZ: Componenten van de vlaknormaalvectoren
TX, TY, TZ: Componenten van de gestandaardiseerde vector voor
de gereedschapsoriëntatie
F:
Aanzet
M:
Additionele functie
Aanzet F en de additionele M-functie kunnen in de werkstand
Programmeren/bewerken worden ingevoerd en veranderd.
De coördinaten van het eindpunt van de rechte en de componenten
van de vlaknormaalvectoren dienen door het CAM-systeem te worden
ingesteld.
Peripheral Milling: 3D-radiuscorrectie met
gereedschapsoriëntatie
De TNC verplaatst het gereedschap loodrecht op de
bewegingsrichting en loodrecht op de gereedschapsrichting met de
som van de deltawaarden DR (gereedschapstabel en TOOL CALL). De
correctierichting wordt met radiuscorrectie RL/RR vastgelegd (zie
afbeelding, bewegingsrichting Y+). Om de TNC in staat te stellen de
vooraf ingestelde gereedschapsoriëntatie te realiseren, moet u de
functie M128 activeren (zie "Position der Werkzeugspitze beim
Positionieren von Schwenkachsen beibehalten (TCPM): M128
(Software-Option 2)" op bladzijde 308). De TNC positioneert dan de
rotatie-assen van de machine automatisch zodanig dat het
gereedschap de vooraf ingestelde gereedschapsoriëntatie met de
actieve correctie bereikt.
Deze functie staat alleen ter beschikking op machines
waarbij voor de zwenkas-configuratie ruimtelijke hoeken
kunnen worden gedefinieerd. Raadpleeg uw
machinehandboek.
De TNC kan niet bij alle machines de rotatie-assen
automatisch positioneren. Raadpleeg uw
machinehandboek.
Let erop dat de TNC een correctie met de gedefinieerde
deltawaarden uitvoert. Een in de gereedschapstabel
gedefinieerde gereedschapsradius R heeft geen invloed
op de correctie.
HEIDENHAIN TNC 620
143