Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC 620 Gebruikershandboek pagina 262

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC 620:

Advertenties

Nominale diameter Q335: nominale
schroefdraaddiameter
Spoed Q239: spoed van de draad. Het voorteken legt
rechtse of linkse draad vast:
+ = rechtse draad
– = linkse draad
Draaddiepte Q201 (incrementeel): afstand tussen
werkstukoppervlak en bodem van de draad
Boordiepte Q356: (incrementeel): afstand tussen
werkstukoppervlak en bodem van de boring
Aanzet voorpositioneren Q253:
verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het
insteken in het werkstuk resp. bij het terugtrekken uit
het werkstuk in mm/min
Freeswijze Q351: soort freesbewerking bij M03
+1 = meelopend frezen
–1 = tegenlopend frezen
Diepte-instelling Q202 (incrementeel): maat
waarmee het gereedschap telkens wordt verplaatst.
De diepte hoeft geen veelvoud van de diepte-
instelling te zijn. De TNC verplaatst in één slag naar
diepte als:
de diepte-instelling en diepte gelijk zijn
de diepte-instelling groter is dan de diepte
Voorstopafstand boven Q258 (incrementeel):
veiligheidsafstand voor ijlgangpositionering, wanneer
de TNC het gereedschap na terugtrekken uit de
boring weer naar de actuele diepte-instelling
verplaatst
Boordiepte tot spaanbreken Q257 (incrementeel):
verplaatsing waarna de TNC gaat spaanbreken. Geen
spaanbreken als 0 is ingevoerd
Terugtrekafstand bij spaanbreken Q256
(incrementeel): waarde waarmee de TNC het
gereedschap bij spaanbreken terugtrekt
Diepte kopvlakzijde Q358 (incrementeel): afstand
tussen werkstukoppervlak en gereedschapspunt bij
verzinken aan kopvlakzijde
Verspringing verzinken kopvlakzijde Q359
(incrementeel): afstand waarmee de TNC het midden
van het gereedschap vanuit het midden van de boring
verplaatst
262
8 Programmeren: cycli

Advertenties

loading