De TNC is nu gebruiksklaar en staat in de werkstand Handbediening.
U moet de referentiepunten alleen passeren als u de
machine-assen wilt verplaatsen. Wanneer u alleen
programma's wilt bewerken of testen, kiest u na het
inschakelen van de stuurspanning direct de werkstand
Programmeren of Programmatest.
De referentiepunten kunt u dan achteraf passeren. Druk
daarvoor in de werkstand Handbediening op de softkey
REF.PT. BENADEREN.
Referentiepunt passeren bij gezwenkt bewerkingsvlak
De TNC activeert automatisch het gezwenkte bewerkingsvlak als deze
functie bij het uitschakelen van de besturing actief was. De TNC
verplaatst dan de assen in het gezwenkte coördinatensysteem,
wanneer een asrichtingstoets wordt bediend. Positioneer het
gereedschap zodanig dat bij het later passeren van de
referentiepunten een botsing is uitgesloten. Voor het passeren van de
referentiepunten moet de functie "Bewerkingsvlak zwenken" worden
gedeactiveerd, zie "Handmatig zwenken activeren", bladzijde 65.
Let erop dat de in het menu vermelde hoekwaarden met
de werkelijke hoeken van de zwenkas overeenstemmen.
Deactiveer de functie "Bewerkingsvlak zwenken" voordat
de referentiepunten worden gepasseerd. Let erop dat er
geen botsing plaatsvindt. Trek het gereedschap eventueel
eerst terug.
Als u deze functie gebruikt, moet u bij niet-absolute
meetsystemen de positie van de rotatie-assen
bevestigen, die de TNC dan in een apart venster
weergeeft. De weergegeven positie komt overeen met
de laatste, vóór het uitschakelen actieve, positie van de
rotatie-assen.
HEIDENHAIN TNC 620
47