12.7 Data-interfaces instellen
Seriële interfaces op de TNC 620
De TNC 620 gebruikt automatisch het overdrachtprotocol LSV2 voor
de seriële data-overdracht. Het LSV2-protocol is standaard ingesteld
en kan behalve de instelling van de baudrate (machineparameter
baudRateLsv2) niet worden gewijzigd. U kunt ook een ander type
overdracht (interface) vastleggen. De hieronder beschreven
instelmogelijkheden zijn dan uitsluitend voor de telkens opnieuw
gedefinieerde interface actief.
Toepassing
Als u een data-interface wilt instellen, kiest u Bestandsbeheer (PGM
MGT) en drukt u op de toets MOD. Druk nogmaals op de toets MOD
en voer het sleutelgetal 123 in. De TNC toont de gebruikerparameter
GfgSerialInterface, waarin u de volgende instellingen kunt invoeren:
RS-232-interface instellen
Open de map RS232. De TNC toont onderstaande
instelmogelijkheden:
BAUDRATE instellen (baudRate)
De BAUDRATE (data-overdrachtssnelheid) kan tussen 110 en 115.200
Baud worden gekozen.
Protocol instellen (protocol)
Het communicatieprotocol regelt de gegevensstroom van een seriële
overdracht (vergelijkbaar met MP5030 van de iTNC 530).
Communicatieprotocol
Standaarddata-overdracht
Bloksgewijze data-overdracht
(niet mogelijk bij overdracht via
RS-232-interface)
Overdracht zonder protocol
HEIDENHAIN TNC 620
Keuze
STANDARD
BLOCKWISE
RAW_DATA
489