Veiligheidsafstand
gereedschapspunt (startpositie) – werkstukoppervlak
Diepte
2
(incrementeel): afstand werkstukoppervlak –
bodem van de kamer
Diepte-instelling
het gereedschap telkens wordt verplaatst. De TNC
verplaatst in één slag naar diepte als:
de diepte-instelling en diepte gelijk zijn
de diepte-instelling groter is dan de diepte
Aanzet diepteverplaatsing: verplaatsingssnelheid
van het gereedschap bij het insteken
Lengte van de 1e zijde 4: lengte van de kamer,
parallel aan de hoofdas van het bewerkingsvlak
Lengte van de 2e zijde 5: breedte van de kamer
Aanzet F: verplaatsingssnelheid van het gereedschap
in het bewerkingsvlak
Rotatie met de klok mee
DR +: meelopend frezen bij M3
DR–: tegenlopend frezen bij M3
Afrondingsradius: radius voor de kamerhoeken.
Voor radius = 0 is de afrondingsradius gelijk aan de
gereedschapsradius
Berekeningen:
Zijdelingse verplaatsing k = K x R
K:
overlappingsfactor, vastgelegd in machineparameter
PocketOverlap
R:
radius van de frees
276
1
(incrementeel): afstand
3
(incrementeel): maat waarmee
Voorbeeld: NC-regels
11 L Z+100 R0 FMAX
12 CYCL DEF 4.0 KAMERFREZEN
13 CYCL DEF 2.1 AFST 2
14 CYCL DEF 4.2 DIEPTE -10
15 CYCL DEF 4.3 VERPL. 4 F80
16 CYCL DEF 4.4 X80
17 CYCL DEF 4.5 Y40
18 CYCL DEF 4.6 F100 DR+ RADIUS 10
19 L X+60 Y+35 FMAX M3
20 L Z+2 FMAX M99
8 Programmeren: cycli