Programma-uitvoering voortzetten na een
onderbreking
Wanneer de programma-uitvoering tijdens een
bewerkingscyclus wordt onderbroken, dan moet de
bewerking voortgezet worden vanaf het begin van de
cyclus. Reeds uitgevoerde bewerkingsstappen moet de
TNC dan opnieuw uitvoeren.
Wanneer de programma-uitvoering binnen een herhaling van een
programmadeel of binnen een subprogramma onderbroken wordt,
dan moet met de functie SPRONG NAAR REGEL de plaats waar
onderbroken is opnieuw benaderd worden.
De TNC slaat bij een onderbreking van een programma-uitvoering het
volgende op:
de gegevens van het laatst opgeroepen gereedschap
actieve coördinatenomrekeningen (bijv. nulpuntverschuiving,
rotatie, spiegeling)
de coördinaten van het laatst gedefinieerde cirkelmiddelpunt
Denk eraan dat de opgeslagen gegevens actief blijven
totdat ze worden teruggezet (bijv. door een nieuw
programma te kiezen).
De opgeslagen gegevens worden voor het opnieuw benaderen van de
contour na het handmatig verplaatsen van de machine-assen tijdens
een onderbreking (softkey POSITIE BENADEREN) gebruikt.
Programma-uitvoering met de START-toets voortzetten
Na een onderbreking kan de programma-uitvoering met de externe
START-toets voortgezet worden, wanneer het programma op de
volgende manier is gestopt:
Externe STOP-toets ingedrukt
Geprogrammeerde onderbreking
Programma-uitvoering na een fout voortzetten
Bij een niet-knipperende foutmelding:
Oorzaak van de fout opheffen
Foutmelding op het beeldscherm wissen: toets CE indrukken
Nieuwe start of de programma-uitvoering voortzetten vanaf de
plaats waar deze onderbroken is
Bij "fout in de gegevensverwerking":
omschakelen naar de werkstand HANDBEDIENING
Softkey OFF indrukken
Oorzaak van de fout opheffen
Nieuwe start
Wanneer de fout opnieuw optreedt, noteer dan de foutmelding en
waarschuw de servicedienst.
HEIDENHAIN TNC 620
475