CENTREREN (cyclus 240, software-optie
Advanced programming features)
1 De TNC positioneert het gereedschap in de spilas in ijlgang FMAX
naar de veiligheidsafstand boven het werkstukoppervlak
2 Het gereedschap centreert met de geprogrammeerde aanzet F tot
de ingevoerde centreerdiameter respectievelijk tot de ingevoerde
centreerdiepte
3 Indien dit zo gedefinieerd is, staat het gereedschap stil op de
bodem van de centreerlocatie
4 Ten slotte verplaatst het gereedschap zich met FMAX naar
veiligheidsafstand of – indien ingevoerd – naar de 2e
veiligheidsafstand
Positioneerregel naar het startpunt (midden van de boring)
van het bewerkingsvlak met radiuscorrectie R0
programmeren.
Het voorteken van cyclusparameter Q344 (diameter) resp.
Q201 (diepte) legt de werkrichting vast. Wanneer diameter
of diepte = 0 wordt geprogrammeerd, dan voert de TNC
de cyclus niet uit.
Via machineparameter displayDepthErr kunt u instellen of
de TNC bij de invoer van een positieve diepte een
foutmelding moet geven (on) of niet (off).
Let op: botsingsgevaar!
Houd er rekening mee dat de TNC bij een positief
ingevoerde diameter resp. bij een positief ingevoerde
diepte de berekening van de voorpositie omkeert. Het
gereedschap verplaatst zich dus in de gereedschapsas
met ijlgang naar de veiligheidsafstand onder het
werkstukoppervlak!
HEIDENHAIN TNC 620
227