2.5 Bewerkingsvlak zwenken
(software-optie 1)
Toepassing, werkwijze
De functies voor het zwenken van het bewerkingsvlak
worden door de machinefabrikant aan de TNC en de
machine aangepast. Bij bepaalde zwenkkoppen
(zwenktafels) legt de machinefabrikant vast of de in de
cyclus geprogrammeerde hoeken door de TNC als
coördinaten van de rotatie-assen of als hoekcomponenten
van een schuin vlak geïnterpreteerd worden. Raadpleeg uw
machinehandboek.
De TNC ondersteunt het zwenken van bewerkingsvlakken op
gereedschapsmachines met zwenkkoppen alsmede zwenktafels.
Typische toepassingen zijn bijv. schuine boringen of ruimtelijk schuine
contouren. Het zwenken van het bewerkingsvlak vindt altijd plaats om
het actieve nulpunt. De bewerking wordt, zoals gebruikelijk, in een
hoofdvlak (bijv. X/Y-vlak) geprogrammeerd, echter uitgevoerd in het
vlak dat naar het hoofdvlak gezwenkt werd.
Voor het zwenken van het bewerkingsvlak zijn twee functies
beschikbaar:
Handmatig zwenken met de softkey 3D ROT in de werkstanden
Handbediening en El. handwiel, zie "Handmatig zwenken activeren",
bladzijde 65
Gestuurd zwenken, cyclus 19 BEWERKINGSVLAK in het
bewerkingsprogramma (zie "BEWERKINGSVLAK (cyclus 19,
software-optie 1)" op bladzijde 358)
De TNC-functies voor het "zwenken van het bewerkingsvlak" zijn
coördinaten-transformaties. Daarbij staat het bewerkingsvlak altijd
loodrecht op de richting van de gereedschapsas.
62
2 Handbediening en instellen