10.10 Algemene limieten
ingeschakeld totdat de wijzigingen zijn toegepast of hersteld, en handmatig wordt
ingeschakeld vanaf het initialisatiescherm.
Eventuele wijzigingen in de veiligheidsconfiguratie moeten worden toegepast of
hersteld, vooraleer weg te navigeren van het tabblad Installatie. Deze wijzigingen
zijn niet van kracht tot de knop Toepassen wordt ingedrukt en de bevestiging
wordt uitgevoerd. Bevestiging vereist visueel onderzoek van de wijzigingen aan
de robotarm. Om veiligheidsredenen wordt de getoonde informatie gegeven in
SI-eenheden. Een voorbeeld van de bevestigingsdialoog wordt weergegeven in
onderstaande afbeelding.
Bovendien, bij bevestiging worden de wijzigingen automatisch opgeslagen als on-
derdeel van de huidige robotinstallatie. Zie 13.5 voor meer informatie over het
opslaan van de robotinstallatie.
10.10 Algemene limieten
Met de algemene veiligheidslimieten kunt u de lineaire snelheid van de robot-TCP
beperken, en de kracht die hij op de omgeving kan uitoefenen. Ze bestaan uit de
volgende waarden:
Kracht: Een limiet voor de maximale kracht die de robot-TCP op de omgeving uit-
Voeding: Een limiet voor de maximale mechanische werkzaamheden die door de
Snelheid: Een limiet voor de maximale lineaire snelheid van de robot-TCP.
Versie 3.4.1
oefent.
robot geproduceerd worden op de omgeving, in overweging nemend dat de
belasting onderdeel is van de robot en niet van de omgeving.
II-9
CB3